329 Het is echter wenschelijker gebleken, in den vervolge manden van de halve dimensie der thans gebezigden, waarin slechts 25 kilo's hooi zijn geperst, als eenige emballage vast te stellen. Deze hoe veelheid toch, kan door één koelie worden gedragen en is, als er gedurende slechts weinige dagenmet één paardover land of per stoomboot gereisd wordt, meestal voldoende. Na hieromtrent mede het gevoelen van H. H. paardenartsen te hebben ingewonnen, raadt de ondergeteekende aanin garnizoenhet ration toe te dienen hooi, per paard, op vijf kilo's daags testellen. Wel is dat ration in Europa op drie kilo's daags gesteld, doch al daar wordt den paarden meestal nog eenig stroo toegediend. Op reis, vooral per stoomschip, waar veel onder den voet geraakt en in den mest wordt getrapt, is het wenschelijk, dat ration minstens op acht kilo s daags te stellenzoodat b. v. voor een traject van Batavia naar Soerabaija per stoomschip, voor één paard, met een kleine mand a 25 kilo's, kan worden volstaan. Kan de ondergeteekende er dus op wijzen, het door Zijne Excel lentie^ den Kommandant van het Leger en den Hoofdintendant dei- Militaire Administratie in hem gestelde vertrouwen, niet te hebben beschaamd en, zelfs boven eigen verwachting, te zijn geslaagdthans blijft hem nog over, het groote geldelijke voordeel aan te toonen, datbuiten de mindere sterfte onder de paardenvoor den lande te behalen iswanneer in den vervolgealthans van af 1 November of 1 Meials wanneer het gras zoo doorweekt en krachteloos blijkt en zooveel ziekten veroorzaakt, Rijkspaarden, met geperst op Java ge wonnen hooi worden gevoed; en er, ten allen tijde, ook voor trans porten en te velde, tegen matigen Gouvernements- of aannemingsprijs, het geheele jaar door, zoodanig hooi te verkrijgen is. Immers, het vervoerloon van Meester-Cornells naar Rijswijk bui ten rekening latende, is er tot den aanmaak der twintig duizend kilo's hooi,^ voor aankoop van gras, opstelling der loodsen, embal lage, materieel, enz., slechts een som van elf honderd zeven en der tig gulden, acht en tachtig en een halve cent benoodigd geweest. Zoodat de ondergeteekende circa twee honderd gulden beneden de begrooting is gebleven, die slechts op dertien honderd gulden was geraamd en waarop niet eens onvoorziene uitgaven waren uitgetrokken. 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 342