343 misbruik van sterken drank of het schuiven van opium, moet op bevel van den compagniescommandant het zakgeld niet in eens, maar per dagzooveel mogelijk het een vijfde gedeelte daarvan, door den sergeant-majoor worden uitbetaald; 3e. het nakomen van het voorgeschrevene bij de Alg. Ord. 1871 No. 94, 2e al., waar staat: Militairen, die zich als dronkaards, amfioenschuivers of goedverkoopers doen kennen, belmoren op voor dracht van hunne compagniescommandanten, door de korps- of zelf standige detachementscommandanten voor den tijd van één jaar te wor den uitgesloten van het voorrecht, om het geldswaardig bedrag der hun competeerende artikelen te ontvangen 4e. het terugstellen der gegradueerden, die misbruik maken van opium 5e. een scherper toezicht van het Europeescli kader, opdat niet dagelijks, zooals nu het geval is, het zoogenaamde klèlèt (1) bij het thee- en koffiedrinken gebruikt wordt; 6e. het geregeld onder toezicht doen baden van de sterke opium verbruikers. (2) Hoewel dit alles het opiumverbruik geenszins zal doen ophouden, kan het toch strekken, om het misbruik te verminderen. P. P., Augustus 1882. Verum proloquar. (1) Klèlèt is het aanzetsel in de opiumpijpën. Het wordt uit verschillende pijpen geschrapt en in de koffie of thee gedronken. Het is natuurlijk veel goedkooper dan de eigenlijke amfioen, maar ook veel walgelijker. (2) Yooral de sterke opiumschuivers hebben een grooten afkeer van het baden omdat dit hen onaangenaam uit hun roes opwekt. Door den man geregeld, bij voor beeld 2 maal daags, te doen baden, wordt ten minste voorkomen, dat hij van den eenen roes in den anderen valt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 356