dig bevlekken van iemands goeden naam door eene openbare terecht zitting bovendien. Om te beginnen met liet begin der procedure is het gestrengelijk af te keuren, dat bij den aanvang van het onderzoek de beklaagde in den regeltenzij hij den rang van officier bekleedtin voorloopige hechtenis wordt gesteldzonder dat eenig rechterlijk lichaam daarin gekend wordt. Bij militaire delicten nu zal de preventive hechtenis zeer dikwijls wenschelijk zijndoch zij moet niet te gemakkelijk wor den verleendgeen regel worden. Men vergete nietdat als een algemeen rechtsprincipe geldtdat ieder moet geacht worden onschul dig te zijn, totdat hij door een rechterlijk vonnis is schuldig verklaard. Op dien regel wordt een uitzondering aangenomentelkens als de Staat iemand in hechtenis doet nemen, alvorens zulk een vonnis heeft uitgemaakt, dat hij schuldig is. De plaatsing in eene gevangenis is een berooving van de vrijheid, die als een gevolg van een misdrijf alleen dan rechtmatig voorkomt als zij den daaraan schuldigen treft. De preventive hechtenis nu is eene plaatsing ia de gevangenis van iemandwiens schuld nog niet wettig is geblekenmaar van wien het staatsgezag reden heeft te veronderstellen, dat zij blijken zal. Eerst dan wijkt het vermoeden van onschuld voor het bewijs der schuld. Eischt het algemeen belang de vrijheidsberoovingdan moet het particulier daarvoor wijkenedoch men ga met het stelsel van preventive hechtenis uiterst voorzichtig om en passé dit niet dan in zeer urgente gevallen toe. Aangaande de bevoegdheid of de verplichting om gepleegde mili taire misdrijven te vervolgen, wenschen wij die, zonder eenige be moeienis van eenige militaire autoriteit, geheel aan het Openhaar Ministerie (hetzij den officier van justitiedan wol den auditeur-mi- tair op plaatsen waar geen raden van justitie zijn) overtelaten. De auditeur-militair moet voor een geruimen tijd die functiën kun nen waarnemen; niet, gelijk thans het geval is, nu hij meestal niet langer dan een paar jaren die betrekking bekleedt, veelal, in minder tijd door een ander vervangen wordt. Op die wjjze toch blijft men steeds vreemd aan de eigenaardigheden van het militair recht. Do militaire commandant, als militair en geen juristkan bij ingewikkel de gevallen niet oordeelen of er volgens de wet al dan niet gronden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 35