348 weten te deponeeren, waar hij zijn roes kan uitslapen, om bij zijn ontwaken zijne erkentelijkheid te betuigen door een flinke fooi, dat men hem vrijwaarde voor straf door hem te herbergen, terwijl hij vaak bij die gelegenheid ook tot de ontdekking komt, dat men uit menschlievendheid hem ook de middelen of een deel er van ontnam, waardoor hij zich weder strafschuldig zou kunnen maken. Er zijn enkele militairen, die alleen omdat de ervaring hun geleerd heeft, dat de hooge premie bij reëngagement nutteloos verspild wordt, en die niet wenschen bloot te staan aan de plaagzucht hunner kamera den, wanneer zij bij hun reëngagement anders handelen dan door het gebruik langzamerhand gewettigd is, eenvoudig besluiten, om te repatrieeren, om daarna in Nederland zich op nieuw te engageeren. Wij gelooven, dat er andere middelen moeten uitgedacht worden als hooge premiën, om den soldaat tot een reëngagement aan te moedigen. De positie van den Europeeschen militair in deze gewesten behoeft niet schitterend te zijn, maar thans is zij alles behalve benijdens waard; en voor een deel moet dit ook gezocht worden in het geringe bedrag zijner soldij. Bij een reëngagement na zesjarigen dienst bekomt de man thans verhooging van soldij ad acht cents per dag. Er is geen enkel militair, voor wien deze soldij verhooging een prikkel is, om tot het aangaan van een reëngagement te besluiten, instede van te repatrieeren. Wanneer echter de verhoogde soldij beduidend kon worden ver meerderd, dan zou dit onzes inziens anders worden. Wij berekenden, dat de aanwerving van een Europeesch fuselier het Rijk te staan komt op f 833,94, ongerekend zoovele verschillende sommen, die wij pro memorie uittrokken, en die wij zonder over drijving schatten mogen op f 100,zoodat dit bedrag gerust op 935,mag gesteld worden. Als wij nu, dit bedrag niet overschrijdende, de positie van den in Jndiê in dienst blijvenden militair verbeteren, dan vertrouwen wij, dat de Regeering niet ongenegen zal zijn, een willig oor aan ons voorstel te verlcenen. Wij stellen op den voorgrond, dat het stelsel van premiën, toe te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 361