Naai' onze bescheiden meening zou liet ook aanbeveling verdienen, de bepalingen, thans vigeerend omtrent de huwelijken van mindere militairen, te herzien en meer gunstige voorschriften in het leven te roepen voor hen, die in hun tweede of later verband dienen. Het behoort tot de uitzonderingen, dat een gehuwd Europeesch onderofficier of minder militair aangetroffen wordt. Men zij wat vrijgeviger op dit punt, en koestere geene ijdele vrees voor pauperisme, het spooksel onzer eeuw. Zooals de toestanden bestaan, zal elkeen het met ons eens zijn, dat de soldatenkinderen geen honger lijden. Gombong bestaat ook nog en op öjarigen leeftijd reeds behoeft het mannelijk kind van den Europeeschen militair geene geldelijke zorgen meer te baren. Maar de meisjes? Zonder ons in debat te willen wagen over de toekomst der schoone sekse, afkomstig uit onze kampementen, gelooven wij, dat zij minstens zoo goed terecht zullen komen, als zij, die buiten echt geboren, door de vaders erkend zijn. Wij erkennen, dat het toestaan van vele huwelijken eigenaardige bezwaren heeft en dat de inrichting onzer kampementen voorzichtigheid aanbeveelt. Men overdrijve echter niet, en lette er b. v. op, dat de meeste onderofficieren een afzonderlijk vertrek hebben, zoo ook de stafhoornblazers, meester-werklieden bij de korpsen, en nog enkele geëmplooieerden. Waar de kampementen niet toelaten, den gehuwden Europeeschen militair een afzonderlijk vertrek ter bewoning voor zich en zijn gezin af te staan, daar bevordere men, zoo mogelijk, de oprichting van militaire kampongs, en zij men toegevend in het verleenen van per missiën, om den nacht buiten het kampement door te brengen. Engeland ziet niet tegen de kosten op, om Europeesche vrouwen den Engelschen soldaat naar de tropen te doen volgen. Wij eischen zóóveel niet. In bovenstaande regelen hebben wij getracht, eene o. i. belangrijke aangelegenheid te bespreken. Wij besluiten thans ons opstel, terwijl wij don wensch uitdrukken, dat de stoot, dien wij gegeven hebben, het groote rad der lotswisselingen moge doen wentelen ten gunste onzer Europeesclie militairen, ten bate van het Leger! Maxi 1'axari.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 364