369 lijden met den armen drommel, die misschien eenige uren aan dit nutteloos document had gewerkt en er menigen zweetdroppel voor had laten vallen. Men denke niet, dat wij overdrijvende bedoelde compagnie was eene depot-compagnie, en wij stellen gaarne het overtuigingsstuk ter inzage der redactie. Behalve de opmerkingen, die M. P. reeds maakte over den wacht- rooster, zouden wij ook willen voorstellen de bepaling (zie N. B. van model JST° 5) te doen vervallen, dat de manschappen zoodanig voor de wacht worden gecommandeerd, dat zij zooveel mogelijk om beurten op de verschillende wachten komen. Hoe kan de sergeant majoor dit doen? Die indeeling geschiedt immers op de wachtpa- rade. Hij commandeert slechts zooveel man voor de wacht als hem op het rapport of door den adjudantonderofficier der week is opgegeven. Bij artikel 96 zou het bovendien wenschelijk zijn te voegen, dat de appellijsten, waarvan ieder gegradueerde voorzien moet zijn, voor de officieren de namen moeten bevatten van alle militairen, tot de com pagnie behoorende; voor de onderofficieren die van het peloton, en voor de korporaals die van de sectie, waartoe ze behooren. Die appellijsten zijn eene voortdurende bron van „aanmerkingen" bij inspectiën. Ze zijn er reeds veel op vereenvoudigd bij vroeger vergeleken, toen het bijna extracten-stamboek waren, zóó veel werd er van ieder militair in vermeld De meeste van de bedoelde „aanmerkingen" slaan op het verkeerd schrijven der namen. En, daar men in ons leger nog al geen gebrek aan vreemde namen heeft, zouden we dus, om vele aanmerkingen te voorkomen, het nutteloos overschrijven van namen zooveel mogelijk willen beperken. Artikel 104 bevat de bepaling, dat een soldaat niet langer dan eene maand achtereen kok mag zijn van de soldaten, terwijl in ar tikel 122 wordt bepaald, dat de kok der onderofficieren niet langer Onder anderen datum en jaartal van geboorte. Dit was eigenlijk wel gemak kelijk, om na te zien, wanneer iemand jarig was. De gewezen kapitein I'. A. JuNSïen. van liet Nederlandsche Leger heeft er indertijd dan ook ernstig over gedacht, om in zijn officiersboekje, behalve het jaartal, ook den datum der geboorte van elk officier op te nemen. Dit laatste bevelen we den uitgevers van officiersboekjes nog ten zeerste aan; vooral in het belang* van de Dames!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 382