INDRUKKEN YAN EEN „BAAR." Per Hollandsche mail naar Batavia. Aankomst. Moeder was er niet voor, dat Jantje naar „de Oost zou gaan, maar Yader zei: „de jongen heeft groot gelijk; hier heeft hij werk „om rond te komen met z'n traktement; dat is nu zoo heel erg niet, „dat heb ik ook altijd moeten doen en zelfs nu nog, nu ik van m'n „klein pensioen moet leven. Het ergste is echter, dat hij misschien „wel 20 jaar als luitenant moet meeloopen; dat heb ik ook wel „gedaan, maar in mijn tijd kon men ten minste nog spreken van „een troep! Thans heeft men slechts eens per jaar „„de lekkere „„zes weken"", als er een paar lichtingen onder de wapens zijndan „kan een goed officier zijn hart nog eens ophalen, maar de rest van ,,'t jaar is 't kadermanoeuvres of lijntjes-exerceerenWaar ik echter „'t meeste voor vrees is, da.t hij van daag of morgen gecommandeerd „wordt om Minister van Oorlog te worden; want nu er bijna geen „enkel hoofdofficier meer gevonden wordt, die er kans toe ziet het „leger te reorganiseeren zonder invoering van den verplichten per soonlijken dienst, zal men weldra onder de kapiteins gaan zoeken „naar een ministerDe kapiteins echter kunnen er zich zonder „vrees voor hunne verdere carrière afmakenworden ze daardoor „„gesignaleerd" als te zijn „onhandelbaar, en gepasseerd als ze aan „de beurt zijn om majoor te worden, dan is het nog zoo heel erg niet. „Wanneer men aan de beurt komt om majoor te worden zal men „al spoedig een dikke vijftiger zijn. Natuurlijk moet men vooraf nog „een examen afleggen, dikwijls op een tijdstip dat men er in het seheel niet op voorbereid is. Dit is onder anderen eenige jaren „geleden met een mijner vrienden gebeurd, die 's avonds, heel ge- EERSTE GEDEELTE. D T

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 387