37G officier „boven de formatie", zooals men in Duitschland denjongaten hoofdofficier van 't Regiment, die geen Bataljon heeft, noemt. Na ruim 20 jaren dienst als luitenant niemand wist toen beter of 't hoorde zoo werd Yader eindelijk kapitein 3e klasse, op een traktement van f 1400.— Zooals de goede man me dikwijls verteld heeft, was hij toen den Koning te rijk af. Sedert elf jaren was hij geëngageerd en weldra trad hij dan ook het huwelijksbootje in, en was niet langer een buit „Yan het snood celibaat, dat een vrijgezel bruit." Een jaar daarna werd mijne zuster en nog een jaar later ik ge boren. Bij dezen „rijkelui's wensch" bleef het en Yader en Moeder waren er best tevreden mee. Wij beiden groeiden op en Yader werd al zoetjes aan ouder. Toen hij eindelijk aan de beurt was om majoor te worden, werd hem beduid, dat hij, ofschoon volkomen geschikt, te oud was voor dien rang. Bij wijze van compensatie kreeg hij nog 'n „Eikekroontje en eindelijk op een goeden dag, ik was toen omstreeks 12 jaar, zn pensioen. f 1080.'s jaars. „Der Mohr hatte seine Schuldigkeit gethan!" Yader priittelde niet. Hij deelde dat lot met velen. De ongunstige tijdsomstandigheden waren daarvan schuld. Wel had hij nog gehoopt op eene sedentaire betrekking, doch „Op het Hof in den Haag „Had hij vrind noch maag," en zoo legde hij zich bij het onvermijdelijke neer en trokken wij met ons viertjes naar een lief dorpje, waar het heel goedkoop was en Yader naar hartelust kon wandelen, planten en visschen. Wel had zijn kolonel nog voorgesteld, om hem ten minste den rang van majoor te verleenen, doch daar bestonden toen ter tijde „geen ter men" voor. Jaren later, toen er zeker „veel termen" toe bestonden, kreeg hij op een goeden dag toch nog zijne benoeming tot den rang van majoor, wat den goeden man ongeveer eene gelijke ontboezeming deed slaken als den admiraal de Ruyter, toen deze uit handen van den Koning van Denemarken de olifants-orde ontving. „Bestevaêr" bekeek van alle kanten de decoratie en zeide toen ongeveer„waar moet dat beestje van eten?" D

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 389