371 Hoe liet zij, sedert dien tijd wordt Yader op het dorp niet anders als „de majoor" genoemd, niettegenstaande hij reeds herhaaldelijk verzocht, om maar eenvoudig „mijnheer" te worden geheeten. Toen de nieuwe pensioenswet aangenomen en het voorstel ver worpen werd, om die ook van terugwerkende kracht te maken, was ik juist als sergeant uit Kampen met verlof tehuis. Zoowel als militair en ook omdat de zaak mijn goeden Yader rechtstreeks betrof, was ik er verontwaardigd over, dat men aldus aan oude, brave landsdie naren eene schamele vermeerdering van inkomsten kon onthouden. In nog al heftige bewoordingen gaf ik in het bijzijn mijns Yaders aan mijne verontwaardiging lucht. Vader begon te lachen en zeide op zijn gewonen, kalmen, sar- castischen toon: „Och, beste jongen, maak je daar niet warm over, „de heeren in den Haag weten niet wat ze doen en daarom vergeef ik „hun graag. Zie eens hier. M'n heele leven heb ik met een klein in- „komen moeten rondkomenje bent in Kampen wel eens in de infirmerie „geweest, welnu dan zal je me begrijpen wanneer ik zeg, dat ik ei genlijk altijd op 3/4 heb gestaan. Toen ik gepensionneerd werd, „werd ik op dieet gesteld. Hu weet je dat dieet-houden uitstekend „is voor zwakke magen en oude menschen. Veronderstel nu eens, „dat die pensioensverhooging was doorgegaan en ik van f 1080,— „op f 1560,gekomen was. Dan zou ik, om me zoo eens uit te „drukken, van het dieet, waaraan ik jaren gewoon ben, in eens op „3/4 komen; ik zou eiken dag misschien een fleschje wijn knappen, „misschien nog het pootje krijgen en dat weelderige leven zou m'n „dood verhaasten. Bij slot van rekening zou die verhocging voor „het land nog voordeelig zijn, want de gepensionneerden zouden het „dan zoolang niet meer uithouden als thans. Heen, als de heeren „wat verder dachten dan hun neus lang isdan moesten ze iedereen, „die gepensionneerd werd, 4/3 activiteits-traktement geven, dan konden „ze er zeker van zijn, dat hij binnen 'n paar jaar dood was. „Maar, alle gekheid op 'n stokkie, denk er om jongen, en onthoud „het je heele leven lang: 't zijn sterke beenen,'die de weelde dragen „Wij militairen zijn aan ontberingen gewoon, zelfverloochening is „een onzer eerste plichten. Dikwijls genoeg heb ik het je voorge houden, toch heb je de militaire loopbaan gekozen en ik ben er 25

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 390