380
Verplaatsen we ons thans aan boord van de „Jan Pieterszoon Koen,"
een der nieuweprachtig ingerichte schepen van de Maatschappij
„Nederland", 24 uren na het vertrek uit het Vaderland.
We zijn in volle zee, de wind is aangewakkerd tot een storm, de zeeën
slaan over het dek, het schip stampt en slingert, de zeeziekte doet zich
bij velen geducht gevoelen en we worden als hagelkorrels in een flesch
heen en weer geschud. Gelukkig had ik van de zeeziekte niet veel
last gehadik was nog te veel in overpeinzingen verzonken geweest
om aan mij zeiven te denken, en had daardoor geen tijd gehad om
zeeziek te worden.
Doch, zooals Heine ergens in zijne „Reisebilder" zegt, „du sublime
au ridicule, il n'y a qu'un pas." Aan den ingang der dekhut het woelen
der zee gadeslaande, zie ik eensklaps een Duitscher, die met ons de
reis zoude maken en die zich, ik meen als photograaf, in Indië wenschte
te vestigen, boven komen, bleek als een Chineesche schim en uitgerust
met z'n zwemgordel. Daar schoot me eensklaps „De Schipbreuk van
„Den Schoolmeester" te binnen. Ik meende reeds van 's mans bleeke
lippen de vraag van de oude juffrouw te hooren„is hier geen wagen
verhuurder in de buurt?" en had reeds het antwoord van den koksmaat:
„ja wel, maar al de rijtuigen zijn juist verhuurd!" gereed, toen mijn
reisgenoot me mededeelde, dat „wirkliche Gefahr vorhanden sei",
want het schip was lek. Nu had ik nog kort te voren van een dei-
stuurlieden vernomen, dat er niets geen gevaar was en de ruimen zoo
goed als droog waren. Op mijne vraag, wie hem die tijding had
medegedeeld, vertelde hij mij, dat dit niemand anders geweest was
als de kapitein, want deze had, zooeven door het salon gaande, te
gen een onzer medereizigers gezegd, dat hij „naar het lek ging
luisteren." Ik schoof in den lach en deelde hem daarop mede, dat
dit een zeemansterm was en beduidde dat men ging slapen; dat dit
geen wonder was, omdat de kapitein bijna den ganschen nacht op de
brug was geweest. Dit stelde den goeden man zóó gerust, dat hij
thans zelf begon te lachen, zoo spoedig mogelijk z'n zwemgordel op
borg en in minder dan geen tijd van de derde periode van vergaan
in de eerste overging.