382 -=
Eerste periode: men spot.
Tweede periode: men wordt stil.
Derde periode: men wordt bang.
Vierde periodemen vergaat werkelijk.
Omtrent de vierde periode had hij geen ondervinding kunnen op
doen; doch hij deelde me in vertrouwen mede, dat hij op zijne eerste
groote reis de drie eerste perioden doorloopen had.
Gelukkig draaide de wind spoedig bij, nadat de storm vrij wat
schade had aangericht, want al het pluimgedierte was van het dek
gespoeld, zoodat de pluimgraaf op non-activiteit kwam. Eeue koe had
de pooten gebroken, de varkens echter had men nog tijdig kunnen
bergen in de „Badkamer voor Heeren", die zich op dek bevond.
Toen alles achter den rug was, was ik blijde de zee eens in al
hare heerlijkheid te hebben gezien, doch het had niet langer moeten
duren of ik was de tweede periode van vergaan ingetreden. Ik was
ten minste' al een heel stuk op weg in de eerste, dat wil ik gulweg
bekennen, 't Is dan ook geen zalm omwanneer men naar Indië
gaat met het vaste idee er mettertijd Legercommandant te worden,
desnoods Raad van Indië, als 2e Luitenant op den bodem der Noordzee
te worden gedeponeerd, zonder dat „eene maagd een stille traan
plengt op zijn verstijfd gebeente."
Doch ik vergeet, dat ik mij wel had voorgenomen mijne indrukken
als „baar", gedurende den eersten tijd van mijn verblijf in Indië te
schetsen, doch niet om extracten uit m'n journaal te leveren; want
natuurlijk heb ik dat aangehouden en ook trouw eiken dag op de
kaart het bestek uitgezet!
De reis dan liep af zóó als alle reizen afloopen en, ofschoon ik nog
wel 't een en ander zou kunnen mededeelen, wat niet precies in: „Met
de Hollandsche mail naar Indië en terug", van Werumeus Buning
en Kruijt te vinden iszoo refereer ik echter in hoofdzaak naar dat
werk, en beveel den vrienden in 't Vaderlanddie te veel aanleg heb
ben voor de derde periode van vergaan, ten zeerste de lezing er van
aan. Vooral de tocht door do Roode Zee is zoo lekker om te
lezen des winters, als de kachel op 't punt staat van uit te gaan
even lekker als hier onder de linie de beschrijving der tochten naar
de Poolstreken. Dit alleen kan ik zeggen: schep u nimmer te veel