- 386 „krijgen zooveel brieven, dat ze er wel kaart mee kunnen spelen; „bovendien moet Jan maar z'n best doen en goed oppassen, dan re commandeert hij zieh zelf. De tijd van de Oost-Indische Compagnie „is voorbij, dat de jongelui uit Holland gingen, van aanbevelingsbrieven „voorzien aan de bewindhebbers ginds. Die brieven waren met drie „H's voorzien, 't welk beteekenen moest: help hem haastig. Door ngaans echter beteekende het: houd hem hier; dat waren de zoo genaamde „preseut-kaasjes." Neen, ik schrijf geen brievenze zou- „den waarachtig nog denken, dat er een luchtje aan den jongen was „want, van recommandatiebrieven gesproken, meer dan eens heb ik „gezien, dat van jongelui, die ik naar Indië bracht en die met een „scheepslast aanbevelingsbrieven bij zich daar aankwamen, niets te- „recht kwam. Als ze me dan ook tijdens de reis soms vertrouwe lijk mededeelden, wat 'n goede recommandaties ze bij zich hadden, „dan dacht ik altijd bij me zelf: vadertje, daar zal wel 'n luchtje „aan je zijn en „houd hem hier" der langen Reden kurzer Sinn zijn." Moeder had echter niet gerust, alvorens zij me door kennissen had doen aanbevelen bij vrienden of bloedverwanten van vrienden te Batavia. Eene dier families zou me stellig dadelijk te logeeren vragen en meneer's rijtuig zou me zeker wel van den „Boom" af halen, enz. Enfin, hierboven heb ik reeds verhaald, hoe allen „schitterden door hun afwezigheid." Yerder heb ik nooit meer iets van hen gehoord. En daar de drie plaatselijke bladen mijn naam zij het dan ook min of meer verminkt hadden opgenomen onder de „Aangekomen passagiers", terwijl bovendien de wekelijksche an nonce van het Java-hotel aangaf, dat ik daar was „afgestapt", achtte ik het onnoodig, hun van mijn aankomst afzonderlijk bericht te ge ven. In afwachting van bestemming sloot ik me dus aan bij de groote officiers-familie, die me natuurlijk allerhartelijkst ontving. (Slot volgt.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 399