411 blijven bepalen tot gebouwen, en hoofdzakelijk tot de dakbedekking' dier gebouwen. Vooreerst is het weerstandsvermogen van die hinder nissen, zooals men ze bij een Inlandschen vijand kan verwachten, uit den aard van hare samenstellingen zoo luttel, dat het zeer proble matiek is of de daardoor veroorzaakte tegenstand aan het projectiel wel voldoende zal zijn, om de sehokbuis te doen werken. En zelfs bijaldien dit zoo ware, zal wel zeldzaam de hoogte dier hindernissen voldoende blijken, om het projectiel gelegenheid te geven, te éelateeren vóór het den grond bereikt, als gevolg van het tijdsverschil, verloo- pende tusschen den noodzakelijken schok en het daaropvolgend sprin gen van het projectiel. Alleen proeven kunnen echter ook dienaangaande tot ecne ge- wenschte beslissing leiden, terwijl dan tevens zou kunnen blijken, in hoeverre hot wenschelijk is, de afstanden van 600 en 700 pas, met gebruikmaking van Kardoes N°. 4, en van 900 en 1000 pas, met gebruikmaking van Kardoes N°. 3, dat zijn die afstanden, welke, in verband met de gebruikte lading, noodeloos eene elevatie van meer dan 20° vorderen, in de bestaande worpstafel te behouden. Is dus werkelijk te verwachten, dat de waarde van het worpvuur bij het bergkannon belangrijk is vermeerderd, niet hetzelfde kan vooralsnog van het veldkanon gezegd worden. De aangenomen standvastige elevatie van 25° maakt het ingraven van den staart noodzakelijk. Dat dit op zich zelf reeds hoogst bezwa rend is, is duidelijk, terwijl het op de aangegeven wijze ook slechts mogelijk is, de elevatie op een paar graden na nauwkeurig te doen zijn. De veldbatterij bezit geen quadrant in hare uitrusting. Nu echter het projectiel normaal geladen wordt, zullen do worps verheden onder gelijke omstandigheden veel grooter zijn geworden. Een feit is het dan ook, dat op dit oogenblik bij de veldbatterijen een groote massa worpsladingen met bijbehoorende klossen voor la dingen voorhanden zijn, zonder dat men in het bezit is van een worpstafel. Die toch, vastgesteld bij Art. Order 1874, NJ. 3, is berekend volgens lading van het projectiel met de punt naar achte ren. Men zou dus alleen ter wille van deze veranderde worpstafel het projectiel ook op de vroegere wijze moeten blijven laden, om voor de te verkrijgen verheden eenigen maatstaf te hebben.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 424