414 - ding, om liet aantal stukken dot' batterij op acht te brengen. Dit laatste laat ik onbesproken, als buiten het thans behandelde onderwerp liggende (1). Bij de bergbatterijen zijn echter zes mortieren ingedeeld. Yoorts schijnt X. de indeeling dezer mortieren bij de bergbatterijen te beschouwen als een gevolg der indionststelling bij die batterijen van het Kanon van 7cm Br. Lt,, waarmede niet kon geworpen wor den. Eene nalezing van het voorkomende in den Indischen Instructie- Inventaris, Hoofdstuk I, bladz. 35 en 36, zal hem doen zien, dat deze twee zaken geenszins gepaard gingen. De mortieren toch zijn bij de bergbatterijen ingevoerd, niettegenstaande men toen (1839) houwitsers van 4-/. Dm. Engelsch bij die batterijen had. En toen de bergbatterijen tijdelijk werden opgeheven en vervangen door Lt. veldmaterieel, vervielen in 1861 de Coe/toorwmortieren bij die lichte veldbatterijen, om daarentegen weder ingedeeld te worden bij de in datzelfde jaar in dienst gestelde 12 Dms. bergbatterijen. Op bladzijde 5 van datzelfde Hoofdstuk van den Indischen Instructie- Inventaris zal hij kunnen zien, dat met den vuurmond dezer batterijen zoowel geschoten als geworpen kon worden. Dat de Coehoommortier, wat worpsverheid betreft,geheel op den achtergrond is gekomen bij den tegenwoordigen bergvuurmond is onjuist. De Artillerie-order 1873, No. 25, kan hem de overtuiging geven, dat de worpstafel van de Coehoormnovtiev van 12cm loopt van 300 tot 1200 pas, en dus juist evenver als die voor het bron zen bergkanon van 8cm. Volgens X. zijn de draagpaarden, benoodigd voor transport dier mortieren en de daarvoor benoodigde munitie, juist voldoende om twee bergkanons met de vier draagbare munitiekistjes te vervoeren. Ook hierin heeft hij het mis. De omstandigheden zijn nog veel voor- deeliger dan hij meent. Bij de 8cm bergbatterijen zijn toch benoo digd, voor het transport van (1) Men zie liet opstel van den Heer V.De reductie van het aantal vuurmonden der batterijen, dat, alhoewel eene latere dagteelcening dan het thans geplaatste dra gende, reeds in 8 van den loopenden jaargang werd opgenomen. Red,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 427