440
Bij het. doorbladeren der brochure van den Heer P. viel mijn oog
ook op eene noot, voorkomende op bladz. 60, waarin de Heer P.
zegt, dat in 1868 door eenige officieren van het Ned. Ind. leger
meetings werden belegd en „adressen werden aangeboden, om te ver
doeken, dat hunne positie bij de wet geregeld zoude worden. Daarbij
voegt hij„Welke rol Van Paaien daarbij vervuld heeft, weet ik niet.
„Maar die van gevaarlijk sujet zeker niet, getuige de Ned. Leeuw,
„die kort daarop zijne borst versierde".
Welke rol Van Paaien daarbij vervuld heeftweet ik niet. Is de
Heer P. geheel vergeten, dat hij op zekeren dag in November, of mis
schien in den aanvang van December 1.868, te Willem J, waar hij de be
trekking van len Luit', adjudant van den Commandant der drie ba
taljons bekleedde, een officier, toen le luitenant en thans gepension-
neerd hoofdofficier, afvaardigde naar den oudsten kapitein ter plaatse
(1) met de mededeeling, dat hij, P., een brief had ontvangen van den
kapitein Van Paaienwaarin deze betoogde, hoe wenschelijk het was,
dat ook te Willem I eene meeting werd belegd?
Is het hem mede ontgaan, dat hij dien oudsten kapitein tevens
liet verzoeken, zich aan het hoofd der beweging te stellen, omdat
dit meer indruk zou maken, dan wanneer een luitenant zich als lei
der opwierp? Weet hij niet meer, dat die kapitein weigerde, onder
te kennen gave van zijne afkeuring over de zijns inziens zeer anti-mi
litaire handeling, welke men van voornemen was op touw te zetten
en die hij door niets gewettigd achtte? (2) En gelooft hij niet, 'dat
die weigering heeft medegewerkt, om, niettegenstaande de ijverige
bemoeiingen en de speech van den Heer P., in de toenmalige buiten
sociëteit, de te Willem I gehoudene meeting vrij wel fiasco te doen ma
ken Juist het aanzoek, dat hij toen kreeg, en het schrijven uit Batavia,
(1) Beiden, de kapitein en de gepensionneerde hoofdofficier, zijn nog in leven.
(2) Kort te voren, onder dagteekening van den 411 November 1868, ontving bedoel
de kapitein een schrijven uit Batavianiet van kapitein V. Dmaar van een ander
leider der beweging.
Daarin leest men„Nieuws is hier niet. Alleen loopt hier het gerucht, dat de
„tractementen van alle ambtenaren en officieren met 10°/0 zullen worden verminderd."
Dat gerucht, naar eisch geëxploiteerd, is een der oorzaken geweest van de zooveel
kwaad gesticht hebbende meetings der officieren. Waarom hebben de ambtenaren er
zelfs niet aan gedacht, op zulk een grond waarborgen bij de wet te vragen?