452 Vervolgens las de Minister liet voor den generaal Van der Heij den zeer bezwarend rapport van den Procureur-Generaal M1'. Sibenms Trip voor, betreffende mishandelingen op de dwangarbeiders gepleegd. Zoodra generaal Van der Heijden van het verslag dezer Kamerzit ting had kennisgenomen, diende Z. E. een request in aan de Tweede Kamer, gedagteekend 26 November 1881. In dit request verzocht hij den Leden dezer Kamer hun oordeel zoolang op te schorten, totdat een door hem nader in te dienen verweerschrift de Kamer zou heb ben bereikt. Pit verweerschrift nu werd bij adres, dd. 25 Februari 1882, der Twee de Kamer aangeboden. Deze stelde het in handen van de commissie voor de verzoekschrif ten, bestaande uit de heeren Van der FeltzLambrechtsSicleess, Vermeulen en Nijst. Deze commissie bracht haar verslag uit in de Kamerzitting van den 20sten Maart d. a. v. Zij stelde voor„het adres te verzenden aan „den Minister van Koloniën, met verzoek aan de Kamer zoo moge lijk zoodanige inlichtingen te verstrekken als naar het oordeel van „Zijne Excellentie dienen kunnen, om de bezwaren van den generaal Van der Heijden op te heffen." Deze conclusie echter werd ver worpen met 35 tegen 24 stemmen; daarentegen die, voorgesteld door den Heer De Casembroot en luidende: „aan den Minister van „Koloniën het adres met de daarbij gevoegde stukken te zenden met „verzoek om inlichtingen", aangenomen. (1) De gevraagde inlichtingen verstrekte de Minister in zijne Nota van den 17den April 1882. Deze Nota van Inlichtingen werd, met de Memorie van generaal Van der Heijdenaan de commissie van rapporteurs toegezonden. Hun rapport, uitgebracht in de Kamerzitting van den 18den Augustus j. 1., luidde nagenoegelijk bovengenoemd telegram aangeeft. De Memorie is, zooals Y. in De Ixdische Gids terecht getuigde, een over 't algemeen goed geschreven stuk, waarvan de lezing vol komen meesleept, zoodat men den Generaal volgaarne absolutie geeft (1) De beraadslaging' hierover is te vinden in No. G van het I. M. T. van 1882, bladz. 737 en vlg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 465