460 of maatregelen, die hem voorkwamen in strijd te zijn met de gedragslijn, welke ons bestuur in Atjeli door de omstandigheden werd voorgeschreven. Zoo had hij hem in October 1878 moeten doen opmerken, dat het door hem opgevat voornemen om het landschap Modjopahit voorloopig te sluiten voo)' den in- en uitvoer, niet overeenkwam met de hem gegeven instrurtiën De Commissie kan natuurlijk niet onderzoeken of dit niet uitgevoerde voornemen niet getuigt van een goed inzicht van adressant in de zaak, die hij te verdedigen had. Meermalen is het, blijkens officieele door den adressant medegedeelde gegevens, voorgekomen dat de generaal, wanneer tot bespreking geen tijd was, handelde in strijd met orders van den Gouv. Gen., en toch deswege later door den Gouv.-Gen. zeiven geprezen werd. Later moest 's Gouverneurs aandacht gevestigd worden op cle bezwa- zen, verbonden aan het door hem aangeprezen stelsel, om onze heer schappij te verzekeren door het stichten van tweedracht tusschen de in- landsche hoofden, en werd hem ter zake opgemerk t, dat zoodanige gedrags lijn op den duur zich zelve zou straffen, en buitendien eene eerlijk regee ring onwaardig was.'''' Over deze wijze van handelen kan verschillend gedacht worden. Hierin eene bepaalde reden van ongeschiktheid te zien, schijnt aan gegronde bedenking onderhevig. Althans voor hem die weet, dat die wijze van handelen tusschen beschaafde natiën en onder leiding van bekwame diplomaten niet geheel ongebruikelijk is. Ook dient volledigheidshalve hierbij te worden vermeld, dat door des adressants [tusschenkomst op minnelijke wijze de sedert jaren tusschen Pedir en Gighen hangende geschillen geëindigd zijn, en wat de Gouverneur-Generaal deswegens op 31 Januari 1881 schreef. Deze uitdrukkingen (van voldoening en goedkeuring) zouden de „on geschiktheid des generaals om ons in 't algemeen in Atjeh een stap verder te brengen dan waar de wapenen ons gebracht hadden" (Nota v. d. Minister) niet hebben doen onderstellen. „I>i Juli 1879 had de gouverneur bepaald, dat alle voor de kustplaat sen bestemde schepen vooral te Oleh-leh gelost en gevisiteerd moesten wor den, tegen welken maatregel de Gouverneur-Generaal, op grond van de met Engeland bestaande tractaten. bezwaar had. Vermits de gouverneur daartoe eigenmachtig ivas overgegaan, werd hem te kennen gegeven, dat de Gouverneur-Generaal in dien maatregel berustteonder uitdrukkelijk voorbehoud evenwel, dat daaraan het karakter van een zeer tijdelijken oorlogsmaatregel zou, tvopden gegeven

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 473