- 469
Met veel genoegen nam dus de Gouverneur-Generaal kennis
van de weigering van den Generaal, om het verzoek tot ontslag te
doen. Z. E. had geen bezwaren, den Generaal nog eenigen tijd als
gouverneur te Atjeh te laten, niettegenstaande deze hij doorgaande waar
neming ongeschikt was bevonden voor het civiel bestuur. Hoe de
Gouverneur-Generaal de verantwoordelijkheid heeft durven torschen,
0111 een ongeschikt persoon nog ruim 13 maanden de gewich
tigste betrekking in geheel Indië te laten vervullen, blijft ons een
raadselof het moest zijn, dat die beweerde ongeschiktheid toch niet
veel om 't lijf had en eerst later er met de haren is bijgesleept, om
de handelingen van den Gouverneur-Generaal te kunnen verde
digen.
De in de Hollandsche couranten verspreide berichten omtrent de
benoeming van den heer Van der Hoeven tot civiel Gouverneur gelieve
U als loutere praatjes te beschouwen.
Mijn voornemen is steeds geiueest geene beslissing te nemenzondpr
dienaangaande met U in overleg te treden.
Zooals we op bhlz. 466 reeds hebben gezien, was de Heer Van der
Hoeven in diezelfde maand te Batavia teruggekomen, na slechts zes a ze
ven maanden in Europa geweest te zijn, en had deze zich zoowel in
Bede) land als op zijne terugreis onbewimpeld over zijn aanstaand gou
verneurschap uitgelaten. Volgens generaal Van der Heijden hield
de Heer Van der Hoeven bij zijne aankomst te Kota-Badja21
Februari 1880, in tegenwoordigheid der voornaamste plaatselijke
autoriteiten eene korte redevoering, welke aan alle aanwezigen den
indruk gaf, dat Zijn Hoogedelgestrenge zeer bepaaldelijk zwanger
ging van het denkbeeld, om spoedig in 's Generaals plaats te treden.
Yoegt men hier nog bij, dat de Heer Van der Hoeven nog in dezelfde
maand van terugkomst tot gouvernements-commissaris voor de
oiganisatie van het gewest Atjeh en Onderhoorigheden benoemd werd
en naderhand, al is het ook 13 maanden later, wel degelijk gouverneur
weid, dan is het duidelijk, hoe men do voorstelling moet beschouwen
van „loutere praatjes", die de G. G. gaf aan die loopende geruchten.
Bovendien is uit dienzelfden brief van 21 Januari 1880 op te
maken, dat de Heer Pruijs van cler Hoeven naar Indië is terugge
roepen (zooals wij later vernamen: per telegram).
31