480
persoonlijk inzigt van een procureur-generaal. Van tusschenkomst in
zake van justitie kan daarbij volstrekt geen sprake zijn."
Met dit advies van den Raad van Indiê heeft de Indische Regering
zich geheel vereenigd."
De Generaal antwoordde, zoo lezen we verder in de Memorie, dat
hij zich niet bewust was eenige berispelijke daad te hebben gepleegd,
't allerminst daden, die tot eene rechterlijke vervolging konden aan
leiding geven; dat zijn geweten hem vrijsprak, en hij geen onderzoek
door rechter-commissarisscn schroomde, en, onder meer, geen verlol
wegens ziekte kon vragen, om reden hij niet ziek was. Eindelijk wist
mr. Der Kinderen hem toch over te halen tot de toezegging, dat
bij generaal over eenigen tijd, b. v. één jaar na invoering der orga
nisatie, verlof naar Europa zou vragen. De Heer Der Kinderen maakte
daarna voor den Generaal een concept-request op, waarin dat verzoek
om verlof werd geformuleerd.
Eenige dagen na ontvangst van dit concept gaf de Generaal den
Heer Der K. te kennen, dat hij het verzoek om verlof niet zou doen,
om reden zulks gelijk zou staan met erkenning van schuld.
Ongeveer drie weken later, en nadat de G. G. Van Lansberge
door Mr. cl. K. met den afloop zijner geheime boodschap in kennis
was gesteld, kwam laatstgenoemde bij den Generaal op het bureau,
zeggende, dat hij een brief had ontvangen van den G. G., het
verzoek behelzende, hem den Generaal mede te deelen, dat er
misverstandhad bestaan, en dat daarmede de zaak uit was. Mr.
d. K. echter verklaarde, dat zijne opdracht wel degelijk was geweest,
zóó als hij die had uitgevoerd, en dat de G. G. hem thans ver
loochende.
Wij gelooven dat 's Generaal's voorstelling de ware is, om reden de
Heer Der Kinderen dit laatste punt, n. 1. waar de G. G. hem verloo
chent, in zijnen brief, voorkomende is Het Vaderland van 10 Juni,
verzwijgt, terwijl de oud-Gouverneur-Generaal in zijnen brief van
15 October 1881, aangehaald in 's Ministers Nota van Inlichtingen,
juist dit punt constateert.
Er zijn intusschen maar twee personen, die de ware toedracht van het
incident kunnen weten, n. 1. generaal Van der Heijden en mr. Der