483 Dus in :t najaar van 1879 achtte de Landvoogd den toestand rijp tot het invoeren van het civiel bestuur onder een civiel gou verneur, en in 't najaar van 1880 zou diezelfde Gouverneur-Generaal er tegen opgezien hebben, om een civiel gouverneur te benoemen- 't Is te belachelijk Neen, wanneer generaal Van der Heijden in November 1880 niet bij zijne vroegere (December 1879) weigering gepersisteerd had, om een verzoek tot ontslag te doen, hoe gretig zou mr. Van Lansberge dan die gelegenheid hebben aangegrepen, om aan zijn grootsten Avensch gevolg te geven. Immers zijne dagen waren geteldvóór zijn heengaan wilde hij een civiel gouverneur aan 't hoofd van 't pas verwonnen gewest zien. In Januari '81 verliet mr. Der Kinderen Atjeli. Zijne voorstellen schijnen voldoende toegelicht te zijn geweest, want reeds bij verordeningen van 11 en 14 Maart kon de Gouverneur- Generaal de organisatie afkondigen en bepaalde hij daarbij, zegt de Minister, geheel overeenkomstig art. 71, al. 2 van het Regeerings- reglement, dat voortaan aan het hoofd van het gewest zou staan een hoofdambtenaar met den titel van gouverneur. Die gouverneur zou zijn en is nog de Heer Pruijs van der Hoeven. Generaal Van der Heijden ontving per telegram het bericht van zijn ontslag. Dat dit hem koud en onverwachts op het lijf is gevallen, hebben we reeds vroeger gezegd. In den morgen van 6 April debarkeerden te Oleh-leh de civiele Gouverneur Pruijs van der Hoeven en de nieuw-benoemde militaire- beA'elhebber, de Kolonel Haus, en nog dienzelfden dag werden het civiel bestuur en het bevel over de troepen door den Ge neraal overgegeven aan de nieuwe titularissen. Tot zoolang bleef dus de Generaal feitelijk Gouverneur en mili taire bevelhebber en toch werd hij reeds drie dagen te voren n. 1. bij Gouv. besluit van den 3den April, als Luitenant-Generaal op-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 496