8cm opgegeven 369,6 ra., bij liet gebruik van granaten. Wat die
snelheid zal zijn bij het gebruik van granaatkartetsen, daarvoor zijn
geene waarnemingen te raadplegen; in hetgeen dienaangaande op
dezelfde bladzijde voorkomt, is kennelijk een abuis ingeslopen.
Door berekening is echter die snelheid te benaderen.
p
Gebruik makende van de formule --V2, vindt men voor het ar
beidsvermogen van het veldkanon van 8cn' bij het gebruik van gra
naten, aan de monding 27935 kgr. M. Hierbij is g (versnelling
der zwaartekracht) voor het gemiddelde van hare waarde op Java
9,78 gerekend, terwijl P=4 het gewicht van de granaat, en V=
369,6 hare aanvankelijke snelheid voorstelt. Omgekeerd uit dit be
kende arbeidsvermogen de snelheid berekenende, die aan de 5,28- kgr.
zware granaatkartets zal worden medegedeeld, vindt men 321m.,
wat vrijwel met juistheid.voor hare aanvankelijke snelheid kan wor
den aangenomen.
Daar op bladzijde 73 van het zelfde I. B. O. eenige trefsnelheden
van de granaat worden opgegeven, komt men, na afleiding daaruit
van de snelheden bij de granaatkartets, tot deze uitkomsten:
Granaat. Granaatkartets.
V0 369,6 321,—
V80o 269,- 234,-
V100Ö 255,- 222,-
V14D0 229 - 199,5
De granaat heeft dus op gelijke afstanden grooter snelheid dan de
granaatkartets. Door do meerdere zwaarte van laatstgenoemd pro
jectiel evenwel, zou de uitwerking van beide als vol projectiel gelijk
worden. Maar het doel van beide is springwerking te verkrijgen.
De granaat kan op zich zelve eene vergelijking met soortgelijke pro
jectielen, in andere landen in gebruik, doorstaan. Hoewel de gewone
granaten nagenoeg overal bij het veldgeschut door ringgranaten zijn
vervangen, wordt toch o. a. nog in Engeland bij het kanon van
9 ffi (7.62cm. kaliber) een gewone granaat gebruikt, wegende 4,111
kgr., waarbij eene springlading van 212,6 gr. gebezigd wordt.
In vergelijking hiermede is de springlading van 170 gr. bij onze
granaat geëvenredigd, daar de jzerdikte van onze granaat geringer