488 Assan, welke door kapitein K. tengevolge het herhaaldelijk toebrengen van slagen tot de bekentenis waren gebracht van diefstal te hebben gepleegd. Eerstgenoemde was met koudvurige zweren naar 't hospi taal gebracht en aldaar aan berri-berri overleden, terwijl de tweede in de gevangenis, alwaar de derde ook vertoefd had, doch nu in t hospitaal verpleegd werd, was overleden. Met den derden zou dit ook wel spoedig het geval zijn, omdat, gelijk de auditeur rapporteerde „een opsluiting in die gevangenis van twee maanden voldoende was, om den dood tengevolge opgedane berri-berri te veroorzaken." M. a. w. dus kapitein Kauffmann was oorzaak, dat die drie personen berri-berri hadden gekregen en overleden ware 1 of wel zouden stervenalsof de ongezonde, toestand der gevangenis diens schuld ware. Bij missive van 16 September 1880 deed de advocaat-fiscaal der Begeering het verzoek, den kapitein Kauffmann uit zijne betrekking te ontslaan, opdat deze justiciabel zou worden voor den raad van jus titie te Batavia. Want wanneer kapt. Kauffmann te Afjeh bleef zou er niet met hoop op succes tegen dezen geinstruëerd kunnen worden. Om dit te staven, zegt de procureur-generaal in zijn rapport: Daarbij kwam nog, dat de bestaande toestand te Atjeh, zooals die nnj bij herhaling was afgeschilderd, zoomede de omstandigheid, dat in de missive van den auditeur-militair gereleveerd werd, dat Kauffmann de bijzondere bescherming van den militairen bevelhebber tevens gou verneur van Atjeh en Onderhoorigheden genoot, hetgeen trouwens van algemeene bekendheid was, mij weinig hoop gaven op een goed resultaat van een onderzoek te Atjeh, vooral niet wanneer dit onderzoek zoude moeten dienen voor eene krijgsraadszaak. Deze insinuatie, geadresseerd aan generaal Van der Heijden en de leden van den krijgsraad te velde te Atjehdoen eerstgenoemden met recht het volgende zeggen: „Ik weet waarlijk niet welke insinuatie hier meer afkeuring verdient, die door den Auditeur-Militair geuit, of die welke door den Procureur- Generaal daaraan wordt vastgeknoopt. Slechts nogmaals aanvoerende, Men weet, dat de titel van den luerbedoelden ambtenaar is Procureur-generaal bij het IIoog-Gerechtshof van I. tevens Advocaat-fiscaal voor de Land-en zeemacht in N. I.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 501