BOEKBESCHOUWING.
Gedrukte stukkeu der Staten,-Generaal 18811882. Bijblad der Neder-
landsche Staats-Courant 1882. VervolgZie Aflevering
N°. 7, bladz. 5475).
Adres van den gepensioneerden luite
nant-generaal van het Uederlandseh-Indisch
leger, Iv. van der Heijden.
VERSLAG DER COMMISSIE RAAR AANLEIDING DER NOTA
VAN INLICHTINGEN.
Bij adres van 25 February 1882 wendde de gepensioneerde luitenant-
generaal van het Nederlandsch-Indisch leger, adjudant des Konings in bui
tengewone dienst, Zijne Excellentie de heer K. van der Heijden, zich
tot de Tweede Kamer met een adres, door eene uitvoerige Memorie toe
gelicht, waarin hij zijne „verwijdering uit Atjeh" bespreekt, en zich be
klaagt over de beschuldiging van wreedheid, het Atjehsche legerbestuur
door den Minister van Koloniën den 18den November jl. ten laste gelegd.
Het is deze beschuldiging, die den requestrant deed verzoeken „eene en
quête in te stellen naar de wreedheden, die hem direct of indirect zijn
ten laste gelegd". Bepaaldelijk verzocht hij ook de tusschenkomst der
Kamer, ten einde den Minister van Koloniën te bewegen de voor adres
sant noodige stukken over te leggen.
Naar aanleiding van dit adres stelde de Commissie voor de verzoek
schriften voor, het adres aan den Minister van Koloniën te verzenden, met
verzoek om aan de Kamer zoo mogelijk zoodanige inlichtingen te verstrek
ken als naar het oordeel van Zijne Excellentie dienen kunnen, om de be
zwaren van den generaal van der Heijden op te heffen.
De Kamer heeft zich met deze conclusie niet vereenigd, maar in de
zitting van 20 Maart jl. de conclusie aangenomen van den heer de Ca-
sembkoot, strekkende om het adres mot de daarbij gevoegde stukken te
zenden aan den Minister van Koloniën, met verzoek om inlichtingen.