522
van de nog niet gelioorden en steeds onder mijn oog aangehouden, tot
na afloop van het onderzoek, zoodat ik de zekerheid heb dat niemand
hunner van te voren heeft kunnen weten met welk doel hij voor mij ge-
bragt werd, noch dat er eonige mogelijkheid bestaat, dat de dwangar
beiders van te voren met elkaar over deze aangelegenheid hebben kun
nen spreken. Dat onderzoek is naar mij bescheiden meening zoo zuiver
mogelijk geweest, en het is daarom dat ik aan den uitslag daarvan groote
waarde hecht, vooral omdat allen weten, dat de heer Kauffmann vervan
gen is door een ander en zij niet kunnen weten of hij al dan niet weer
als beheerder zal optreden. En nu is de uitslag van dat onderzoek deze
geweest, dat alle tevreden waren met de hun verstrekte voedingdat
niemand beweerde dat de hem opgelegde arbeid, die voor allen gezegd
werd „sedeng" te zijn, te zwaar was; dat niemand eenige klagt had over
ondergane behandeling, noch eenig verzoek wenschte te doen om daarin
verandering te brengen; de hun opgelegde disciplinaire straffen erkenden
allen verdiend te hebben. Ik vroeg hun welke straffen hun opgelegd
waren en waarvoor, en steeds kwam dit overeen met het daarvan aan
gehouden register. Slechts één verzocht overplaatsing van Atjeh, als
reden daarvoor opgevende, dat kapitein Kauffmanjj zoo streng strafte en
hem wel eens 40 rotanslagen te gelijk had doen geven. Bij onderzoek
in het betrekkelijk register bleek, dat daarin omtrent dezen persoon aan-
geteekend stond, dat hij tweemaal met tusschenruimte van één dag (op
den 7den en Oden) telkens met 20 rotanslagen gestraft was, doch wegens
verschillende, op verschillende tijdstippen begane overtredingen. Hem
hierover nader ondervragende, erkende hij dat het werkelijk zoo geschied
was als door mij in het register gevonden was, en hij ook inderdaad op
die twee tijdstippen wegens verschillende overtredingen telkens slechts 20
rotanslagen en nooit meer te gelijk ontvangen had.
„Ik durf te verklaren dat dit onderzoek dooi mij zoo kalm en bedaard
mogelijk en zonder de minste partijdigheid gehouden is en dat de wijze
van ondervraging bij de gehoorde dwangarbeiders alle vertrouwen moest
inboezemen om zonder eenige vrees er rond voor uit te komen, zoo
zij zich over iets te beklagen hadden." (72)
Uit dat verslag worde nog het volgende vermeld
Het onderzoek werd gedaan gedurende de afwezigheid van Kauffmann.
De tijdelijke beheerder Schulmayer deelde mede, dat Kaüffmam veel
vijanden had, omdat hij het verrigten van persoonlijke diensten weigerde,
en streng strafte wanneer iemand, om het verrigten van huiselijke diensten
te verbergen, buitenmodel kleederen droeg.