525
vervolgens met katoendraaddeze nog eens in teer gedoopt en gedroogd.
Den dag vóór liet gebruik te weeken gezet in een blik of ton gevuld
met zout of urine. Getuige heeft nooit anders dan zulke rotans zien
bezigen. Bij 't minste vergrijp, bijvoorbeeld bij het neerzetten van een
kruiwagen om uit te rusten, kreeg men 40 slagen.
De tweede, Werodikromo, wegens diefstal tot 5 jaren dwangarbeid in
den ketting veroordeeld, verhaalt dattoen hij werkzaam was in de artil-
leriestalleii, daar 6 pistolen vermist werden. Eén daarvan werd gevon
den in het bezit van een Madurees. Ook getuige werd verdacht. Hij
werd toen twee dagen achtereen met 20 rotanslagen gestraft; daarna op
gesloten in een houten blok eerst met handen en beenendrie dagen
lang, vervolgens met de beenen alleen, eene maand lang. Hij werd ge
straft met een gewonen rotan, maar heeft rotans zien bezigen, die met
touw omwonden, in teer gedoopt in urine geweekt waren.
De derde, Kandang baba Djembreng, wegens diefstal tot 4 jaren dwang
arbeid buiten den ketting veroordeeld, verhaalt, dat hij wegens ziekte
uit Atjeh naar Batavia geëvacueerd, na zijn herstel gedeserteerd, doch
achterhaald zijnde, weer naar Atjeh gezonden is, waar de heer Kauff-
mann hem wegens desertie strafte met 20 rotanslagenvervolgens 8 dagen
met de beenen in een houten blok en de handen op den rug, in ijzeren
boeijen gesloten. Vervolgens kreeg hij aan het regterbeen een ijzeren
ketting, lang 1 i/2 meter, met een ijzeren kogel aan hot eind. Met den
kogel over den schouder gehangen moest hij water dragen; 's nachts
werd hij in een houten blok gesloten, zoodat hij voorover moest liggen.
Hij is geslagen met een rotan, aan het slageinde met koperdraad omwon
den, doch niet geteerd, en die met andere rotans had staan te weeken in
een ton met vloeistofvan hoedanigen aard deze vloeistof was weet hij niet.
De vierde Pa Dassio alias Sajifxo, wegens diefstal tot 5 jaren dwang
arbeid in den ketting veroordeeldverhaalt, dat hij wegens eene vertrou
welijke ontmoeting met eene soldatenvrouw door kapitein Kauffmann is
gestraft met drie dagen achtereen telkens 20 rotanslagendaarna 8 dagen
met de beenen in een houten blok, de handen op den rug in ijzeren
boeijen gesloten; vervolgens aan het linkerbeen een ijzeren ketting, lang
11 2 meter, met een ijzeren kogel aan het eind. Met den kogel over den
schouder moest hij water dragen, totdat hij, 20 dagen later, door tusschon-
komst van kapitein Ketjen, vergiffenis kreeg. Hij is geslagen met een
rotan in urine geweekt, doch niet omwonden, ofschoon tegen anderen ook
wel met koper omwonden, in teer en urine gedoopte rotans gebezigd
werden.