40
was vervangen, ten behoeve van de granaatkartetsen zooveel mogelijk
te verbeteren. Het I. B. O. 1876, 77 en 78 heeft dienaangaande
reeds eenig licht verspreid, en de Artillerie-orders 1881 Nos. 6 en 9,
hebben eindelijk omtrent de reeds in beproevend gebruik aangewende
verbeteringen beslist.
Het omslachtige zunder-aantal en het nog omslachtiger tempeeren is
teruggebracht tot het gebruik bij veld- en bergvuurmond van een
enkele zundersoort, die door een zeer eenvoudige tempeerbewerking
voor alle afstanden, ten behoeve van de granaatkartets wordt bruik-.
baar gemaakt. De samenstelling van het zundertje, geheel met
meelpulver gevuld, waarborgt eene meer gelijkmatige verbranding,
terwijl door het vervallen van de vroeger voor onderscheidene afstan
den ongetempeerd gebruikt wordende verschillende zundertjes, ver
gissingen, bij het merken ontstaan, voorkomen worden.
Ongelukkig is, niettegenstaande wat men daaromtrent, zoowel in
het bovengezegd I. B. O., als in de daargenoemde Artillerie-orders,
leeren kan, toch de kennis aangaande het zundertje in verband tot
de tempeertang zeer oppervlakkig, en er worden dan ook op bladzijde
205 van dit Tijdschrift door den Heer Boefje mededeelingen gedaan,
die, op weinig uitzonderingen na, voor bijna een ieder nieuw zijn. Ik
bedoel n. 1. hoe men aan de verdeeling van de tempeerschaal is
gekomen. Daaromtrent werd vroeger niets medegedeeld, en alhoewel
het mij, zonder dat mij de herinnering is bijgebleven uit welke
bron, bekend was, dat de inrichting van de tempeerschaal zoodanig
was gemaakt, dat daarmede voor iederen afstand een positief interval
van 40 pas werd veroorzaakt, heb ik gedurende drie achtereen
volgende jaren kunnen waarnemen, dat bij de practische oefeningen,
te Babakan gehouden, deze omstandigheid aan alle daarzijnde officie
ren onbekend was. Rekening werd er dan ook niet mede gehouden,
en mijne op geen aanvoerbare bron steunende bekendheid, was na
tuurlijk van geen waarde.
Deze omstandigheid wordt slechts daarom door mij aangevoerd,
omdat daaruit voortvloeit, dat de aanwending van de verbeterde
tijdbuis niet altijd overeenkomstig de bedoeling heeft plaats gehad.
Hoe men echter aan de verdeelingen van de tempeerschaal is ge
komen, was ook mij geheel onbekend. De nu gedane mededeelingen