548 adressants grieven waren gerigt, in liet juiste daglicht te stellen. Niet temin betreurt ook zij het, dat de Regering gemeend heeft in een open baar stuk in alle bijzonderheden te moeten opnemen grievende besehul digingen van ondergeschikte ambtenaren, ten deele aan een particulier schrijven ontleend, die niet zijn onderzocht en waarop de generaal van der Heijden niet eenmaal is gehoord. Achtte de Minister het noodig, dat ook dergelijke beschuldigingen hekend werden om de aan den heer der Kinderen gegeven opdragt te verdedigen, had hij dan niet kunnen volstaan met ze aan de Kamer mede te deelen In ieder geval had uitdrukkelijk geconstateerd behooren te worden, dat het tegen den generaal van der Heijden aangevoerde, bij gebreke van elk onderzoek, alle be- teekenis had verloren. (Conclusie.) Aan het einde gekomen van haar Yerslag, heeft Uwe Commissie de eer alsnu aan de Kamer voor te stellen 1°. den Minister van Koloniën dank te zeggen voor de verstrekte in lichtingen 2°. zich onthoudende van het vellen van een oordeel aangaande de geschiktheid van den luitenant-generaal van der Heijden voor het voe ren van civiel bestuur, of aangaande het hem verleend ontslag; voorts niet aannemende dat de Minister de bedoeling gehad heeft om den adressant te grieven of in de schatting van anderen te doen dalen doch haar leedwezen te kennen gevende over de voorlezing van het verslag eener strafzaak, zonder gelijktijdige mededeeling van hetgeen ten voordeele van den luitenant-generaal was aan het licht gekomenalsmede over de openlijke mededeeling van geheime klagten van ambtenaren te gen hunnen superieur, zonder dezen daarop te hooren als haar gevoelen uit te sprekendat de verkregen inlichtingen en overgelegde stukken niets aan het licht gebragt hebben, dat regt geeft hetzij tot eene beschuldiging van wreedheid tegen het Atjehsche leger bestuur, hetzij tot het in verdenking brengen van adressants eer en goe den naam. Vastgesteld door de Commissie den 14 Augustus 1882. HEYDENRIJCK. RUTGERS VAN ROZENBURG. DE VOS VAN STEENWIJK. W. K. VAN DEDEM. DE SAVORNIN LOHMAN.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 561