hoogachten, terwijl tezelfdertijd eenige dignitarissen worden genieerd,
die aandeel in de zaak ter andere zijde hebben gehad.
Bij het anti-militairistisch karakter, waarmede zoovelen onzer staats
lieden behebt zijn, zonder dat zij nu juist op goede gronden, het aller
minst in Indiê, het „waarom" kunnen aantoonen, achten wij het niet
ondienstig, een en ander onder de aandacht te brengen.
V ij eindigen deze korte aankondiging; te kort eigenlijk voor een werk, dat
van zulk een warm soldaten-hart, van zooveel liefde voor ons Leger getuigt.
Maar neen! Laat ons nog eerst voldoen aan 't geen ons hart ons
dadelijk bij de eerste lezing ingaf, n. 1. de woorden overnemen, waarmede
Misopseudes den 29sten Juni j. 1. zijne Voorrede sloot:
„Wanneer een oud tot vredesarbeid gedoemd strijdros de charge hoort
blazen, spitst het de ooren, om te vernemen waar de krijgstrompet ten
aanval roept, en dan, de stramheid vergetend en zijne krachten verzamelend,
kunnen stang en teugel niet meer baten om hem terug te houden, zich
te voegen bij zijne vroegere lotgenooten.
„Zóó ongeveer is 't mij hier gegaan.
„Ik kon mij ten slotte niet laten weerhouden om deel te nemen aan
een strijd, die voor eene eerlijke zaak, voor eerlijke beginselen en voor
het algemeen belang wordt geleverd. Daartoe besloten, was ik bovendien
overtuigd, dat zoovelen in het Indische Leger zich gaarne bij mij zouden
voegen, behoefden zij, de af hankelijken, misdeeld door de fortuin, niet be
vreesd te zijn, door hier hunne stem te verheffen, niet alleen hunne toe
komst, maar ook die van vrouw en kind op het spel te zetten.
„Doch al zou ik thans weten op geene geheime of openlijke bondge-
nooten te kunnen rekenen, nu zou ik niet meer aarzelen om te spreken,
niet slechts voor het belang van een persoon, maar voor een vader-
landsch belang, het belang van geheel een Leger.
„Aan dat' Leger blijf ik innig gehecht, ondanks de dagen van ver
drukking, die ik, door de overheersching van het leekenelement, eveneens
in zijne gelederen heb gekend.
„Aan dat Leger mijn besten groet!"
Aan Misopseudes onzen warmen dank
Nederland, 9 September 1882. Eenige Indische officieren.
Het Verslag der Commissie van Rapporteurs is vastgesteld deu 14den Augustus
daaraanvolgende.