bepalingen van bet Crimineel Wetboek voor bet Krijgsvolk te Lande, in welke het woord desertiezonder meer, voorkomt, een zeer ra tioneel stelsel van strafbedreiging tegen de verschillende soorten van desertie niet is te miskennen en dat nagenoeg alle, bij de tot nu toe gehuldigde leer, omtrent de beteekenis van het woord desertie, opgemerkte anomaliën bij die toepassing vervallen, zooals voorname lijk kan blijken uit de artt. 133, 141, 14G, 162 en 164 en uit de verge lijking van de artt. 91, 111, 117 en 118 en van de artt. 98, 150 en 151 van het Crimineel Wetboek; 3°. dat trouwens de tot nu toe gehuldigde leer omtrent de be teekenis van het woord desertie, als zou deze zijn eene opzettelijke verwijdering van het korpskantonnement of garnizoenverder dan één uur afstand, zonder behoorlijk verlofgepleegd door een militair aan dat korpskantonnement of garnizoen verbondenvoor zooveel het voornaamste kenmerk, de verwijdering op meer dan een uur afstand, betreft, moet geacht worden, verkeerdelijk afgeleid te zijn uit art. 157 van het Crimineel Wetboek, in welk artikel namelijk, hetwelk alleen dient om het begrip van poging tot desertie in tijd van vrede vast te stellen, niet te lezen is, dat de poging tot deser tie, in tijd van vrede bestaat, wanneer de onderofficier of soldaat binnen een uur buiten het garnizoen of kantonnement is gearresteerd en het misdrijf van desertie voor voltooid moet worden gehouden, indien de arrestatie heeft plaats gehad, wanneer de man zich verder dan een uur verwijderd heeftmaar dat in dit artikel gezegd wordt, dat de poging bestaat, wanneer een militair binnen een uur buiten het garnizoen of kantonnement in zijne desertie is verhinderd ot gestoord en wanneer die verhindering of storing in zijne desertie plaats grijpt, zoodra hij zich verder heeft verwijderd, het misdrijf voor volbracht zal worden gehouden 4°. dat trouwens de bepaling van dit artikel 157 ook voorkwam in het Reglement van 1799 en in de ontwerpen van wet van 1807 en 1808, alleen met dit verschil, dat de afstand, welke was aan gegeven voor den overgang van de poging in het voltooide misdrijf op een half uur was gesteld, en dat toch in genoemd Reglement en in genoemde ontwerpen van wet het misdrijf van desertie was om schreven als eene moedwillige of ongeoorloofde verlating van 's Lands

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 581