lande? Onzes inziens niet anders als iedere eigendunkelijke verwijdering
van de plaatswaar de militair behoorde te zijnwillens en wetens ge
schied, waardoor hij vrijwillig zich buiten staat stelt tot de vervulling der
uit kracht zijner militaire charge op hem rustende dienstverplichtingen.
Komt daarbij het andere vereischte kenmerk, n. 1. dat die moed
willige verwijdering zonder verlof is geschied, dan moet de militair
casu worden geacht zich schuldig te hebben gemaakt aan desertie.
Het Reglement van 1799 'maakt niet de minste onderscheiding of
die moedwillige verlating van den dienst geschied zij met de bedoe
ling om zich daaraan voor goed of wel slechts eenigen tijd te ont
trekken; en waar de wetgever in 1799 duidelijk zijn denkbeeld van
desertie heeft verklaard, mag men onzes inziens geen andere bedoe
ling aan die duidelijke bewoordingen toekennen.
Op grond van 't bovenstaande vermeenen wij, dat het door den
Schr. opgegeven kenmerk van desertie op geen enkele wetsbepaling
is gegrond en het derhalve onjuist is bij het onderling vergelijken
der verschillende artikels van het Crimineel Wetboek, waarin de be
palingen omtrent desertie zijn opgenomen; in verband met die van
het Reglement van Krijgstucht of Crimineel Wetboek voor den Staat
van 1799 en van de ontwerpen van wet, vervaardigd onder de regee
ring van Koning Lodewijk Napoleon van 1807 en 1808te mee-
nen, dat de tegenwoordige jurisprudentie in Nederland betreffende
de beteekenis van desertie foutief zoude zijn, als zoude waarlijk een
essentieel vereischte volgens onze vigeerende wet noodig zijn, nl. dat
bij desertie hoofdzakelijk de wil moet bestaan, om zich door de moed
willige verwijdering aan 's Lands dienst te onttrekken met de bedoe
ling den dienst voor goed vaarwel te zeggen.
Niets in dat Reglement van 1799 rechtvaardigt dit onderscheidook uit
de vergelijking dor vroegere wetgeving blijkt evenmin, dat de wetgever
de door den Schr. omhelsde leer bij desertie op het oog gehad en
bedoeld heeft.
Zooals wij boven reeds opmerkten, wordt het motief, de beweeg
reden, met het opzetden moedwil, bij misdrijven gevorderd, door
Schr. verward.
Raadpleegt men de duidelijke woorden der definitie van desertie,
opgenomen in het Reglement van 1799 en in de ontwerpen van 1807