door tijdelijk dan wel voor altijd zich aan zijne dienstverplichtin gen te onttrekken. Men stelle zich ook hier voor, dat een fuselier in tijd van vrede, na kort te voren een hevigen twist met een zijner kameraden te heb ben gehad, in die opgewondeue, voortdurende gemoedstemming van toorn zijnde, gecommandeerd wordt op wacht te trekkendoch weigert aan die order te voldoen, terwijl zijne bedoelingen daarbij niet waren, zich daardoor voor goed aan den dienst van den Lande te onttrekken, maar door toorn vervoerd op herhaalde aanmaning weigert, aan den hem gegeven last om op wacht te trekken te voldoen, zoodat casu aan eene tijdelijke onttrekking aan den dienst moet worden gedacht, dan zal evenwel niemand ontkennen, dat nochtans die fuselier zich heeft schuldig gemaakt aan het misdrijf, bij artikel 95 C. W. voorzien. Zoowel volgens de Nederlandsche als Nederlandsch-Indische juris prudentie ontwaart men in verschillende en verscheidene arresten, hoe het Opperrechterlijk College steeds dobbert tusschen de zeer zware straf, die op het misdrijf is bepaald en de bedoeling van den wetgever hoe duidelijk hij zijn wil ook in de wet heeft verklaard. Ook in het hierboven aangehaald voorbeeld verzet zich het natuurlijke gevoel tegen eene zuivere toepassing van art. 95 C. \V. en geefc dit aan leiding, dat men de duidelijke woorden dier wettelijke bepalingen door eene meer spitsvondige dan ware analyse tracht te verklaren. De jurisprudentie zoowel in Nederland als in Indië heeft dan in derge lijke gevallen naar verschillende middelen gezocht, om de gestrengheid te temperen. Zoo confirmeerde het Hoog-Militair-Gereclitshof van Nederlandsch- Incliébij een arrest dd° 28 September 1881, een vonnis van een krijgsraad, waarvan de overwegingen luiden „Overwegende, dat het stellen van de straf van kruiwagen als normale straf op het minste verzuim van nakoming der gegeven orders, al is uit dat verzuim geenerlei ongelegenheid ontstaan, al was de gegeven order van nog zoo gering belang, zulks eene overdrijving kan heeten, door geen belang der krijgstucht gerechtvaardigd noch gevorderd; Verklaart zich onbevoegd enz. Verwijst beklaagde naar den disciplinair en rechter." Dit arrest huldigde de leer, dat de militaire wetgever door de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 592