- 581 - Zoolang wij steeds recht moeten spreken op grond van de thans nog vigeerende militaire wetten, gearresteerd bij publicatie van 15 Maart 1815 ontworpen in den tijd waarin liet Leger in eene ge heel andere maatschappelijke omgeving verkeerde, zal de rechter wèl doen, steeds bij de toepassing dier Draconische wetgeving de artikelen 53 en 54 van het Crimineel W etboek met de meeste sretif- heid aan te grijpen en toe te passen. Hoewel wij geen voorstanders zijn van het stelsel van verzachtende omstandighedenomdat men vaak, om de zeer strenge straf te mitigeeren, kunstmatig naar verzachtende omstandigheden zoeken moetbestaat, zoolang onze militaire wetgeving in vollen bloei nog gehandhaafd moet worden, geen ander huismiddel voor een dergelijk feit, waar de op te leggen straf vaak niet in ver houding te achten is met het gepleegde misdrijf. De jurisprudentie te dier zake heeft steeds, zoo hier als elders, bij het bestaan van verzachtende omstandigheden, den rechter de bevoegd heid gegeven, beneden het bij de wet op het feit gestelde minimum te dalen en zelfs eene andere, mits lichtere straf, daarvoor in de plaats te stellen. Die verschoonende omstandigheden mogen zooals Schr. te recht op pagina 6 opmerkt somtijds den toets van een rechtskundig on derzoek niet kunnen doorstaanwaardoor de wet tot een doode letter wordt gemaaktedoch zoolang wij geen ander wetboek hebben, is geen andere rechtspraak mogelijk dan vaak gerugsteund door mitigeerende omstandigheden, waardoor de verhouding van de straf tot het ge pleegde misdrijf kan worden gehandhaafd. Onze nieening omtrent het kenmerk van desertie zouden wij even zeer gereedelijk het beste, kort en bondig resumeerende, in den vorm van het navolgende gemotiveerde vonnis kunnen ontvouwen De Krijgsraad: Gezien de stukken der procedure; Gehoord den beklaagde; Gehoord den Auditeur in zijne schriftelijke voordracht, strekkende enz. Overwegende, dat blijkens klacht dd°opgemaakt door den ka piteinbeklaagde, die vóór dezen krijgsraad terechtstaat, wordt be schuldigd, dat hij, in garnizoen te Geertruidenberg zijnde, op den des 38 O O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 594