morgens om aclit uur, zonder verlof, zich met den stoomtram naar Breda heeft begeven, alwaar hij ten elf uur werd gearresteerd Overwegende, dat bij het naar aanleiding dier klacht gehouden gerechtelijk onderzoek beklaagde heeft erkend, zich aan de hem bij klacht ten laste gelegde feiten te hebben schuldig gemaakt; Overwegende, dat de ouder eede gehoorde getuigen A. en B., die beklaagde gearresteerd hebben, de verklaring van beklaagde hebben bevestigd Overwegende, dat het wettig en overtuigend bewijs is geleverd, dat beklaagde het feit heeft geploegd, in bovenomschreven klacht breeder vermeld; Overwegende, dat de als bewezen geïncrimineerde daadzaken daar- stelleu het misdrijf van desertie; Overwegende, dat, hoewel geen definitie van het misdrijf van desertie bij het C. W. voorkomt, uit de vergelijking der wetsbepalingen duidelijk blijkt, dat de wetgever daarbij betreffende het begrip van desertie door geen ander denkbeeld is geleid geworden dan door het geen in het Reglement van 1799 daaromtrent was omschreven, der halve de 7moedwillige verwijdering van den dienst van den Lande waartoe de militair zich heeft verbonden, daarstelt een misdrijf tegen de dienstverbindtenis of het engagement zelve, dat zijn eenigen grond van strafbaarheid vindt in de speciale verplichtingen, door het enga gement van den militair aangegaan; Overwegende, dat tot het daarstellen van het misdrijf van desertie volgens de bepalingen der wet, drie essentieele bestanddeelen ver- eischt worden, te weten 1°. dat do verwijdering op een afstand van meer dan één uur plaats hebbc van de plaats, waar de militair behoort te zijn; 2°. dat die verwijdering zonder verlof geschied is; 3°. moedwil (opzet) Overwegende, dat behalve de bjj de wet vereischte' voorwaarden, geen andere onderscheiding wordt gemaakt, of dat verlaten van den dienst geschied zij met de bedoeling om zich daaraan „voor goeddan wel slechts voor eenigen tijd te onttrekken, edoch de bij desertie gevorderde moedwil slechts aanwezig zij, zoo de opzettelijke wil bij den militair be staat om zich van het korps, garnizoen of kantonnement te verwijderen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 595