46 -
wijl het juiste waarnemen der schoten er door bemoeilijkt wordt.
Op grond hiervan vermeen ik, dat de uitslag der pogingen om
regelmatiger brandtijden te verkrijgen, bij de tijdbuis der granaat
kartets van 8cm wordt miskend, en ten onrechte de veroordeeling
van dit projectiel op de onregelmatige brandtijden berust. De
uitkomsten, met deze granaatkartetsen verkregen, zijn niet merkbaar
verbeterd wat uitwerking betreft, dit moge waar zijn, maar theoretisch
kunnen van deze granaatkartets geen betere uitkomsten verwacht worden.
Men begrijpe het doel van mijne beschouwingen wel. Ik wensch
geenszins de bestaande tijdbuis der granaatkartets tot 8<™ te verde
digen. en beweer volstrekt niet in hare goede werking groot ver
trouwen te stellen, maar ik wenschte alleen te doen uitkomen, dat,
al ware die tijdbuis nog zoo volmaakt, met deze granaatkartets nim
mer resultaten verkregen zullen worden, die met deze granaat in
behoorlijke verhouding zullen zijn.
Daar nu het granaatkartetsvuur desniettemin behoorlijk is aan
gewend en behoorlijk is uitgevoerd en de uitkomsten ten opzichte
van het granaatvuur verre van beduidend grooter zijn, zooals zjj bij
goede constructie van het projectiel moesten zijn, kom ik tot de
overtuiging, dat die constructie in verband met de granaat te wen-
schen overlaat.
En om deze overtuiging te wettigen, voer ik in het kort deze
feiten aan
1°. De meerdere zwaarte van de granaatkartets, waardoor:
a. gebruik moet worden gemaakt van benaderde opzethoogfen,
die voor het gebruik van de granaat berekend zijn
b. een grootere invalshoek wordt verkregen, tengevolge waarvan
de bestreken ruimte in het nadeel is
c. de aanvankelijke snelheid en dus ook de trefsnelheid kleiner is,
waardoor, om gelijke percussiekracht voor de kogeltjes te behouden, deze
zwaarder moeten zijn, hetgeen ten koste van het betrekkelijk aantal is.
2°. De in verhouding tot haar gewicht groote springlading, die
tusschen de kogels geplaatst is, en die moet worden toegeschreven
ann een noodeloos groote ijzerdikte, of wel den tophoek van den
verspreidingskegel belangrijk grooter maakt dan mogelijk wenschelijk
is voor eene behoorlijke verspreiding.
