590 deelen, een welverdiende hulde en lof van een moedig en behendig strijder te zijn, zal niemand hem ontzeggen. Zelfstandig was zijn optredentot zelfstandig onderzoek noopt hij den lezer. Was zijn taak, ten gevolge van de door hem gekozen opvatting, zwaar; hij heeft niet enkel gewildmaar ook veel gedaan en nage dacht. Welk gevoelen men ook zij toegedaan omtrent het begrip van de sertie naar ons crimineel-recht, niet licht zal men het werk zon der veel belangstelling kunnen doorloopen. Ook hier geldt ten volle: „In magnis bene voluisse sat est." Willem September 1882. Metis.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 603