- 593
éérst gelieel naar links gebracht, waardoor de trekkerveernok voor
den haan schiet, en vervolgens naar rechts gedraaid. Is het geweer
onbeladen en wil men den trekker de zekerheidsrust doen verlaten,
dan wordt eenvoudig op den trekker gedrukt, waardoor de knop van
zelf geheel naar rechts zal vallen, of anders met de hand wordt omgelegd.
Het Engelsche geweer (Martini - Ilenry) heeft in het geheel geen
zekerheidsrusthet ontspannen van de slagveer geschiedt bij het
sluiten van het ongeladen geweer door tegen den trekker te drukken,
waardoor de hefboom van zelf stijgt en met een lichten druk geslo
ten wordt, en mag bij het geladen geweer nimmer plaats hebben
(springs must never be eased when a cartridge is in the chamber). (1)
Bij het achterlaadgeweer klein kaliber in Nederland is de pal
toestel sedert eenige jaren geheel verwijderd.
Het aanbrengen van een eenvoudige zekerheidsrust aan het-ach
terlaadgeweer schijnt een vrij moeilijk op te lossen technisch vraag
stuk te zijngetuige hetgeen ik reeds opmerkte bij het Duitsche
geweer en den paltoestel bij ons geweer, die eenvoudig zeer leelijk
en onpractisch is.
Zooals reeds boven is gezegd, worden in vele legers in Europa
de geweren eerst geladen kort voor het openen van het vuur en
wordt dus als regel met ongeladen geweer gemarcheerd.
Wat intusschen in Europa en elders uitvoerbaar en zelfs aanbe
velenswaardig kan zijn, is het daarom nog niet altijd in JndiS] en het
zou in waarheid gelijkstaan met het dragen van uilen naar Athene
indien ik hier het bewijs ging leveren, dat hetgeen bij oorlogen in
Europa regel kan zijn, in Indië bepaald uitzondering is en dat de
terreinen, die het tooneel zijn onzer oorlogen tegen Inlandsche vijan
den, benevens hunne eigenaardige vechtwijze, het marcheeren met ge
laden geweer, hoe weinig tijd de lading ook vordert, bepaald nood
zakelijk maken; talrijke en de meest afdoende bewijzen zijn daarvan
in de laatste jaren geleverd.
Dit eenmaal vaststaande, is het de vraag of het gebruik van den
(1) Het Engelsche geweer heeft een bloksluiting; liet openen en sluiten van den
loop geschiedt door een neer-en opwaartsche beweging van een hefboom, achter den
beugelkrop aangebracht.