607 echter zeker, dat dit verschijnsel in de jaren 1877 en 1878 reeds bekend was. Dat dit een zeer ernstig nadeel van de tegenw oordige inrichting is, behoeft geen betoog; men denke slechts aan de gevolgen, wanneer dit verschijnsel zich in kritieke oogenblikken te velde voordoet; ik zelf heb dat niet gezien, doch officieren ooggetuigen hebben mij verzekerd, dit te hebben bijgewoond. In den regel is dit achterblijven der huls het gevolg van het niet voldoende aandraaien der patroontrekkerscliroef, en is daarom terecht voorgeschreven, hierop bij inspectie der geweren steeds te letten. Ook bij andere gelegenheden dient dit te geschieden en wel zoo dikwijls de mogelijkheid bestaat met den vijand of kwaadwilligen in aanraking te komen; ik zag zelfs meermalen den soldaat dit uit eigen bewe ging doen. Zeker is het intusschen, dat het niet terughalen der huls niet uitsluitend daaraan te wijten isdoch al ware dit zoo, dan ligt hierin m. i. op zich zelf voldoende reden om aan de techniek den eisch te stellen, geen middel onbeproefd te laten, om dit nadeel geheel weg te nemen. Hoe minder zorg toch van den soldaat en toezicht der meerderen gevorderd worden, om de wapens volkomen bruik baar te houden, hoe beter. Het bewijs dat het niet ten allen tijde terughalen der ledige huls niet uitsluitend moet worden toegeschreven aan het niet vol doende aandraaien der patroontrekkerschroef, is door don uitslag van de volgende opzettelijk daartoe genomen proef geleverd. Bjj een tiental door mij geleide schietoefeningen nam ik telkens na afloop daarvan een vijftal willekeurige geweren (1) en onderzocht die persoonlijkik draaide namelijk zelf de patroontrekkerschroef goed aan. Daarna werden aan elk der schutters 25 patronen uit gereikt en daarmede snelvuur uitgevoerd. Daarbij bleek nu het volgende: bij enkele geweren bleef reeds na vijf of zes schoten de huls achter; bij een tiental gebeurde dit na ongeveer 10 schoten; een vijftiental hielden 15 a 20 schoten uit, doch lieten ook daarna de huls achter; bij al deze geweren bleek bij onderzoek door het schieten de patroontrekker losgewerkt te zijn. Slechts bij de kleinste (1) Enkele malen was onder dit vijftal een geweer, waarbij dien morgen het in de kamer achterblijven van de huls was voorgekomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 620