610 opslag zien van cle zwakke en sterke punten in eene verdedigende stel ling, in Europa zoowel als in Mie, van groot gewicht blijven. De oe fening tot het verkrijgen van die kennis is in Indiê echter veel nood zakelijker. In Europa heeft men namelijk, in den regel, kaarten, die, vooraf ingestudeerd, ons tamelijk goed op de hoogte brengen van het terrein. In Tndië echter bezit men die niet altijd, en daar bovendien voor ons die terreinen nieuw zijn, is er meerdere oefening noodig in de kennis van Indische terreinen, bijgevolg de oefening- in de terreinleer zal meer omvattend zijn in Indiê dan in Europa. Die oefening zal zelfs zoo omvattend zijn, dat ze niet alleen in de studeerkamer zal zijn te verkrijgen, maar hoofdzakelijk door manoeu vres, korpsge wijze te houden. De manoeuvres van het 9" Bataljon, onder commando van den majoor Deykerliof minstens eenmaal per week gehouden, hebben, naar ik meen, veel bijgebracht tot verkrijging of vermeerdering van terreinkennis bij de officieren. Yerder stel ik mij voor, dat wanneer de commandant van het ba taljon nu en dan met zijne officieren een wandeltocht hield, ieder een opdracht gaf tot het kiezen en in teekening brengen van eene verde digende stelling, met opgave van de sterkte der verdedigers en het doel waarom de vijand in eene verdedigende stelling moet opgewacht worden, terwijl hij telkens zijne officieren voor oogen houdt, dat men besluitvaardigheid van hen eischt, en het geven van tegenbevelen afkeurt, dit meer nut zal dragen dan de zoogenaamde wetenschap pelijke vereenigingen, waar men iets over torpedo's of iets dergelijks kan hooren voorlezen. Het bepalen van een doel, waarheen men langs verschillende punten, zonder behulp van de kaart, maar alleen met een kompas, moet marcheeren, zou ik voor onze Indische officieren ook eene noodzakelijke oefening vinden, omdat men zich hier zoo dikwijls zon der kaart moet behelpen. Gedurende dergelijke oefeningen zal een bataljons-commandant zijne officieren goed leeren kennen, wat karakter, wat ijver, wat physiek, wat bevattingsvermogen, wat alles betreft. De lust voor deze oefeningen moet echter niet worden vergald door onnoodige schrijverijhoewel enkele schriftelijk uitgewerkte vraagstukken nu en dan moeten inkomen, en deze bij voorko-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 623