621 200 M. of 400 M. minder genomen, en het vuur op overeenkomstige wijze voortgezet, terwijl bij eene gunstige uitwerking van het vuur gehandeld zal moeten worden in verband met den invloed, dien het doel er door heeft ondervonden en wat daarvan het gevolg zal zijn. Zoo het doel zich in verwijderende richting beweegt dient geheel op gelijke wijze gehandeld te worden, met dien verstande echter, dat zoodra een schot wordt waargenomen, alle stukken gericht worden met eene 200 M. of 400 M. grootere opzethoogte. Zoodra met die opzethoogte vurende nu een schot valt, wordt weder gehandeld op gelijke wijze als hierboven bij het waarnemen van oen (-}-) schot is aangegeven. Beweegt het doel zich in evenwijdige of schuine richting ten opzichte van de vuurlijn, dan wordt ingeschoten evenals op zich niet bewegende doelen. Evenwel moet niet alleen rekening worden gehouden met de lengte van het doel en zijne snelheid van bewe ging, maar ook met den vluchttijd van het projectiel en den tijd, die verloopt tusschen het voleindigen van de richting en het aftrekken van het kanon, zoodat naar omstandigheden op of wel vóór het hoofd der colonne gericht wordt. De richters moeten het doel, steeds langs de richtlijn ziende, blij ven volgen, en wordt de richting van een stuk eerst voleindigd, na dat dit door den batterij-comm. is aangewezen om te vuren, waarna het gereed zijnde, op bevel van den sectie-commandant wordt af gevuurd. Thans zijn wij genaderd aan de regels voor het vuren met gra naatkartetsen. Reeds werd door den Heer Boefje gezegd dat het direct inschieten met deze projectielen uiterst zelden plaatsvindten werden door hem eenige omstandigheden vermeld (N°. 2, bl. 208), waarbij dit echter wel zal behooren plaats te hebben. Herhaling daarvan is hier dus teneenenmale overbodig. Toch wensch ik hier nog op te merken, dat ook terreinvoorwerpen, vóór het doel gelegen, het recht- streeksch inschieten met granaatkartetsen kan noodig maken. Zoo bijv. wanneer door hoog opgaand geboomte het gezicht op den vijand niet belemmerd wordt, maar de granaten, wanneer zij met de takken in aanraking komen, ontijdig springen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 634