- 622
Moet dus bij het in batterij komen het vuur met granaatkartetsen
geopend worden, dan wordt in den regel ingeschoten met granaten.
Op zich niet bewegende doelen geschiedt dit op de reeds aange
geven wijze, maar wordt het doel door de grensschoten slechts bin
nen de grenzen van 50 M. gebracht.
Alsnu worden met granaatkartetsen de serieschoten aangevangen
met de kleinste opzethoogte en overeenkomstige tempeering der
grensschoten. Zoo de brandtijden behoorlijk overeenkomen met den af
stand waarvoor is getempeerd, dan mogen tot op 2000 M. geen en
boven dien afstand 3 0/o springpunten (-(-) vallen.
Blijkt het na een serie van 6 a 12 schoten, dat de springpunten
over het algemeen te laag vallen, worden er aanslagen, of wel te
veel springpunten achter het doel waargenomen, dan bewijst dit, dat
het gemiddelde interval te klein is. Daar als regel is aangenomen,
dat er geen kleiner correctiën worden aangebracht dan voor 25 M.
wat de opzethoogte, en voor 50 M., wat de tempeering aangaat, zoo
moet dan de tempeering voor 50 of 100 M. minder genomen worden.
Omgekeerd zal de tempeering voor 50 of 100 M. vermeerderd wor
den, wanneer de springpunten over het algemeen te hoog liggen.
Gedurende het vuren verdient het aanbevelingzich te verzekeren
dat het doel zich niet verplaatst, waaromtrent men zich door het van
tijd tot tijd doen van controle-schoten met granaten kan vergewissen.
Mocht het, om welke reden dan ook, noodzakelijk zijn, zich recht
streeks met granaatkartetsen in te schieten, dan mag men zijne ver
wachtingen niet al te hoog stellen. Men moet toch niet uit het oog
verliezendathoewel de granaatkartetsten gevolge van het belang
rijk grooter worden van het interval veel in waarde is toegenomen,
daaraan tevens het nadeel is verbonden, dat de springpunten, naar
mate zij verder vóór het doel liggen, zich ook in een hooger gelegen
gedeelte der baan bevinden, waardoor de waarneming veel bemoeilijkt
wordt. Over de waarde der springhoogten is hierboven reeds gesproken.
Naarmate dus het granaatkartetsschot, als voortzetting van het voor
afgaand granaatvuurbelangrijk in waarde is toegenomen, is het inschie
ten met granaatkartetsen daarentegen veel bezwaarlijker geworden.
Na deze weinig bemoedigende opmerking, zullen wij nagaan, wat
het voorschrift aangeeft.