626 Hoewel men bij de keuze der hulprichtpunten dus door liet terrein en de omstandigheden is beperktdient men er rekening mede te houden, dat bij de ligging vóór het doel, elke fout in richting ten opzichte van het doel grooter, en omgekeerd bij de ligging ach ter het doel elke fout iii richting ten opzichte van het' doel kleiner wordt. Is dus een hulprichtpunt achter het doelwat dit betreftte verkie zen, zoo staat hier tegenover, dat men gevaar loopt, dat het richten dooi den rook des vijands bemoeilijkt, zoo niet onmogelijk gemaakt wordt. Bevindt het doel zich kort achter een gezichtsdekking, dan kan het richten zonder groote onjuistheid ook middels hulprichtpunten ge schieden. Is de afstand, waarop het doel van het dekkende terrein- voorwerp verwijderd is, grooter, dan geschiedt het geven van de richting met behulp van het quadrant. Daartoe dient eerst het richtingsvlak middels stokken, latten, sabels of wat daartoe voorhanden moge zijn, afgebakend te worden. Twee dezer voorwerpen worden vóór het kanon in de strekking van het doel zoodanig loodrecht in den grond gestoken, dat zij met het mikpunt in één vlak komen te liggen, waartoe het noodig kan zijn, dat de met het stellen der bakens belaste stukscommandant te paard stijgt, of wel zich op den voorwagen of de affuit plaatst, zoo hij achter het stuk staande het doel niet kan zien. Het willekeurige opzethoogte, maar met eene correctie voor de derivatie, overeenkomende met den afstand, wordt het stuk op de beide bakens gericht, terwijl de elevatie daarna met behulp van het quadrant wordt gegeven. Ook zonder dat zulks door de plaatsing van het doel gevorderd wordt, verdient het aanbeveling, zich na het inschieten tot het be zigen van hulprichtpunten voor te bereiden. Men zal hiervan dan partij kunnen trekken, wanneer in den loop van het gevecht de rook de richting bemoeilijkt. De onderscheidene schietregels zijn hiermede doorloopen. Als grondregel (granaatvuur) kan dus aangenomen worden: „Inschieten met stuksgewijze opklimming van 100 M., tot een „schot achter is waargenomen; daarna halveeren en herhaling der „grensschoten. Vervolgens serieschieten met 'de kortste grens, en „corrigeeren met 25 M., wanneer meer dan 3/4 of minder dan J/4 der schoten vóór het doel springen."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 639