- 627
Is, 'wat liet beschieten van levende doelen betreft, de algemeene aan
dacht steeds meer en meer op het granaatkartetsschot gevestigd, de
Nederlanclsche Artillerie bezit op dit oogenblik een granaatkartets,
die, uitmuntende in hare soort, de schoonste uitkomsten heeft gegeven.
Dit projectiel bestaat uit een stalen cylinder met opgeschroefdeu
gietijzeren kop, terwijl de springlading op den bodem van het pro
jectiel, dus achter de kogeltjes, is geplaatst. Bij het ontbranden dei-
springlading vliegt de gietijzeren kop van den stalen cylinder, die
ongeschonden blijft, af. De bij de verbranding der springlading
ontstane gassen komen dus het arbeidsvermogen der kogels ten goe
de, en er wordt als het ware een mortiertje gevormd, dat op een
gewilden afstand een kogelregen op het doel uitstort. Dit is geen
theorie, maar een practisch feit, en ik heb er mij persoonlijk van
kunnen overtuigen uit de mij vertoonde overblijfselen der na de
schietoefeningen teruggevonden projectielen. Alle stalen cylinders
waren volmaakt gaaf en ongeschonden, daar de gietijzeren koppen
er door het breken der schroefdraden waren afgevlogen.
Doordrongen van de hooge waarde van het granaatkartetsschot,
vooral voor onze Indische Artillerie, en ijverig voorstander van Rohne's
woorden
„Es ist ein wichtiger Kegel, das Shrapnelfeuer so bald als mög-
„lich zu eröffenen," heb ik deze aangelegenheid hier niet onbesproken
voorbij kunnen gaan.
Wordt iu het verslag omtrent de voorbereidende maatregelen voor
de invoering van nieuw veldmaterieel (Bijlage II. Verslagen, enz.
dertiende deel, bl. 262), dd°. 4 September 1880 reeds gezegd:
„Het overwigt van de granaatkartets vooral op groote afstanden
„is zeer in het oog springend. Bij groote invalshoeken in eenigzins
„week terrein graaft het projectiel met schokbuis zich gedeeltelijk
„in en gaan vele stukken in den grond verloren of springen over
„het doel heen,''
na de in dit jaar in Nederland gehouden schietoefeningen is de
voorliefde voor het granaatkartetsschot nog belangrijk toegenomen.
De Kapitein De IVit, lid der commissie belast geweest met de
herziening van den leiddraad voor het schieten te velde, schrijft o,
a. het volgende: