hij die eerst stellen, dan zorgen dat ze niet verschuift en daarna
aflezen, terwijl het staatje alleen aflezen vereischt. De practijk is
trouwens de eenige, die hier beslissing geven kan.
De zinsnede: „Heeft men omgekeerd bepaald op welken afstand
„men dit punt (gemiddeld trefpunt) vóór of achter het doel wenscht,
„dan leest met het daartoe vereischte °/0 treffers daarvóór of daar
achter af", is door den Heer de N. slechts in zoo verre juist op
gevat, dat van eene correctie op het gevoel af geen sprake kan zijn,
daar een in °/00 van de richtas verdeelde opzet als veronderstelling
vooropgesteld is. Ook blijkt uit het voorkomende op bladz. 200
en 201 van mijn opstel genoegzaam, dat ik bij het bespreken van
deze correcties minder ons tegenwoordig veldgeschut op het oog had.
De batterijcommandant leest het met de door hem gewenschte ligging
van het gemiddeld trefpunt overeenkomende treffers vóór het
doel afoverweegt, de nauwkeurigheid waarmede zijne vuurmonden
op den onderwerpelijken afstand de aan te brengen correcties volgen
kennende, welke speling hij daarbij moet toelaten en komt bijv. tot
het resultaat, dat hij, 70°/o aflezende, zich als ingeschoten mag be
schouwen indien 6080°/o vóór vallen. Springen dus van de serie
van 10 schoten 68 vóór het doel, dan corrigeert hij niet; terwijl
hij in het tegenovergesteld geval de grootte der aan te brengen
correctie, met behulp van de kolom 1%0, bepaalt.
De uitdrukking: „dat bij het grooter worden van den springafstand
„de springhoogte kleiner wordt", op bladz. 207 van mijn opstel, is
noch een vergissing, noch een drukfout. De Heer de N. heeft waar
schijnlijk niet opgemerkt, dat met „springafstand" in het geheele
opstel de afstand van het springpunt tot den vuurmond is bedoeld, terwijl
die tot het doel steeds „interval" is geheeten, met uitzondering van een
enkele maal, op bladz. 206, waar, om de spoedige herhaling van dat woord
te vermijden, uitdrukkelijk „springafstand vóór het doel" is gezegd.
Omtrent het al of niet afkammen van aarden dekkingen merk ik
op, dat in mijn opstel slechts was beloofd, de voornaamste regelen mede
te deelen, welke ten aanzien van het inschieten in Nederland zijn voorge
schreven. De leiddraad voorliet schieten te velde mot granaatkartetsen nu
bevat op bladz. 16 het volgende„Tegen aarden dekkingen van eenige