656
Rambahanvermoedelijk verzadigd van de civiele behandeling zijner
zaak, beproefde zijn geluk bij genoemden Inspecteur, in September 1882.
Een gevolg hiervan was, dat zijn zaak in den loop van October
reeds onderzocht werd; Rambahan's identiteit bleek en de stukken
betreffende 's mans verzoek in November 1.1. in zee zijn gegaan.
Commentaren zijn overbodigAlleen wenschen wij te vragen, hoe
het mogelijk is, dat een Resident een last uitvaardigt, en nagenoeg
een vol jaar laat verloopen zonder eens de moeite te nemen, te
doen nagaan, of aan zijn bevel gevolg is gegeven, toen hij niets van
de voldoening daaraan vernam.
Belangstelling in het lot van een armen duivel, die om hulp roept,
blijkt er volstrekt niet uit. En zoo is dan Rambahan nog te goeder
ure door militaire tusschenkomst geholpenlaat ons hopen afdoende.
Nog iets. Wie zal, indien gunstig op 's mans verzoek beschikt
wordt, belast worden met de betaling van de gelden, welke hem
aankomen
Men kan er zeker van zijn, dat de zaak-Rambahan aan zeer veel
„belangstellenden" bekend is, en een tal van grijpvogels op den loer
ligt, om te trachten iets van den buit machtig te worden.
Men denke hier niet aan overdrijving. Macloeravooral Soemenep
heeft op dat punt een zekere mate van ontwikkeling bereikt, die
verbazing wekt.
Een voorbeeld? Nog zeer kort geleden was iemand van zekere
positie belast met het uitbetalen van een niet onbelangrijk bedrag
aan een paar niet onaanzienlijke Inlanders, sedert eervol van hunne
betrekking ontheven Landsdienaren.
Wat gebeurt er? Wel, de ontvangers van het geld wilden het
niet toucheeren, vóór de uitbetaler er iets van afnam; zij waren niet
van hunne zienswijze af te brengen, tot zij eindelijk met een „akal"
er toe bewogen konden worden, het geheele hun toekomende bedrag
in ontvangst te nemen.
Het is dus te hopen, dat Rambahan eventueel op dat punt be
schermd zal worden.
Om kort te zijn: uit het vorenstaande blijkt duidelijk, dat de be
langen van oud-militairen niet altijd van de zijde van het civiel bestuur
zoodanigen steun ondervinden als zij verdienen; hetzij dan uit gebrek