662 het zitten hoven op een paard. Maar daaruit is voor ons nog mot het bewijs te putten, dat zoodra we ons op straat begeven, we in uni form dienen te zijn en dat wel „met het oog op of van wegc 't prestige.^ Och laat ons de fout niet zoeken, waar ze niet te vinden is. Is 't waar, dat we ernstig op middelen dienen te peinzen, om ons prestige goed te verzekeren, laten we dan onze oogen wenden naar Atjeli. Oh, wat we hier ook zouden opbouwen, om 't glazen kasteel van prestige voor instorten te behoeden, 't wordt daar met ruwe hand nog sneller tegen den grond geworpen. Maar laat ons van dat onderwerp afstappen; want we zien m onze verbeelding, onze op Atjeh gesneuvelde krijgsmakkers en vrienden zicli in hunne graven omkeerenwe zien, dat zijheiliger gedachtenis hunne vleeschlooze handen krampachtig wringen, alsof zij wilden zeggen, dat zij het zoo benauwd hebben gekregen in den Atjeh-bodem, sinds de ver pestende atmosfeer loodzwaar er op drukt Neen! Is 't eenmaal bewezen, dat door 't verschijnen in uniform prestige wordt verkregen, dan zullen we zeker bereid zijn, gemakzucht ten offer te brengen, en danonze burgerkleeding voor goed aan den kapstok gehangen. Maargeef dan vóór alles geschikte kleeding. "Waar en bewezen is het evenwel, dat de Algemeene Order No. 29 van 1869 nog niet ingetrokken en derhalve van volle kracht is, even waai en bewezen is het, dat het strijdig' is met alle militaire beginselen, .oog luikend toe te laten, dat voortdurend gehandeld wordt in strijd met ge geven orders en beveleneven waar is het dus ook, dat, zoolang die Alg. order niet is ingetrokken, ieder officier, afgescheiden evenwel van 't pres tige, in uniform moet verschijnen, in de gevallen, bij die order bepaald. Varnizoens-nota's, uitgevaardigd met het doel, om den Heeren te ver zoeken, wel zoo goed te willen zijn, bij deze of gene gelegenheid. „de voorschriften op te volgen!" moeten alzoo achterwege blijven; juist door zulke Nota's wordt het prestige aangetast. J (7J bedoelde aflevering komt voor: Een Russisch Cavalerie-officier laat zich vaak na de exercitie per rijtuig van het terrein naar lmis brengen; terwijl een stokoud Pruisisch generaal niet anders dan te paard zijne 16 of 18 kilometers van Berlijn naar Spandau aflegt (om daar te gaan manoeuvreeren), in stede, dat hij bij het gaan of komen van den spoortrein gebruik maakt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 675