Het „Treur" Bataillon van a b (de „be
spreking" van de brochure „de Zaak van den
Luitenant Kleij enz." door a b in Het
Ind. Milit. Tijdschrift ÏT°. 7 van dit jaar,
besproken) door Th. Kleij, Kapitein-kwar
tiermeester hij het N.-I. leger(Overgedrukt
uit de Militaire Spectator N°. 10 van 1882.)
Zooals onzen Lezers zal zijn gebleken uit de „Correspondentie" op den
omslag van N° 11, hebben wij voldaan aan het verzoek van den Heer
T. Kleij, kapitein-kwartiermeester, met verlof te 's Gravenhage, om mede
te deel en, dat in N° 10 van De Militaire Spectator zou worden opge
nomen zijn anti-critiek op het artikel van a -f- b in N° 7 van het Indisch
Militair Tijdschrift.
Sedert ontvingen we van den Heer Kleij een overdruk van dat opstel.
Voor die toezending zeggen wij hem dank.
Deferentie voor onze Lezers en vooral voor onze Medewerkers verbiedt
ons echter, gevolg te geven aan zijn verzoek, om die anti-critiek over
te nemen in het Indisch Militair Tijdschrift.
Dank zij den krachtigen en zeer gewaardeerden steun van velen, zijn
wij tot dus verre in staat geweest, den regel te blijven huldigen, om
geene opstellen te plaatsen, welke reeds in eenig ander militair tijdschrift
zijn gepubliceerd.
Velen onzer Medewerkers hebben we zelfs reeds in hunne verwachtin
gen moeten teleurstellen.
Bovendien: De Militaire Spectator is een in Indië algemeen gelezen
tijdschrift; de officieren, die er, om de bekende redenen, niet op geabonneerd
zijn, vinden toch gelegenheid genoeg, er kennis van te nemen.
Het doel, door den Heer Kleij beoogd, wordt derhalve bereikt; de be
slissing op zijn request kan alsnu spoedig worden verwacht.
Onder die omstandigheden eene uitzondering op den voormelden regel
te maken, zou dus niet zijn te rechtvaardigen.
"Wij vestigen alzoo voor zooveel nog noodig de bijzondere aandacht
van onze Lezers op het bedoelde artikel, terwijl wij hier voorts doen vol
gen, wat op de laatste bladzijde er van voorkomt.
Daar n. 1. zegt de kapitein-kwartiermeester Kleij
„Aan den sedert kort nieuw opgetreden Redacteur van Het Ind. Milil.
Tijdschrift een ernstig, kameraadschappelijk verzoek, in 't belang van alle
„kameraden.
„Laat niet toe, wat ik u bidden mag dat nogmaals zonder protest van