65 neer de zending van den heer de Kinderen naar Atjeh tot resultaat mogt hebben dat de Indische Regering in staat werd gesteld om eene volledige organisatie van het bestuur, het regtswezen en de politie in Atjeh tot stand te brengen. Yoor den Landvoogd kon er geen enkele reden zijn om langer met de vervanging te wachten, te minder omdat de in het laatste jaar opgedane ondervinding had geleerd dat de tegenwoordigheid van generaal van der Heijden in Atjeh ons geenszins vrijwaarde tegen openbaringen van een vijandigen geest, zoo als uit den aard der zaak in nieuwelings onder Europeesch gezag gebragte inlandsche staten nog van tijd tot tijd kunnen voorkomen. Inderdaad had de zending van den heer der Kinderen het zoo even bedoelde resultaat. Bij verordeningen van 11 en 14 Maart 1881 Indisch Staatsblad jV'\ 79 en 81 83) kon de Gouverneur-Generaal de organisatie afkondigen, en daarbij bepaalde hij nu ook tevens, geheel overeenkomstig art. 71, al. 2 van het Regeringsreglement, dat voortaan aan het hoofd van het gewest zou staan een hoofd ambtenaar met den titel van gouver neur. De generaal van der Heijden werd mitsdien eervol van zijne func- tiën ontheven, en de heer Pruijs van der Hoeven tot gouverneur, de ko lonel Hans tot militair bevelhebber benoemd. Op bladz. 7 van het Koloniaal Verslag van 1881 is reeds medegedeeld dat de Landvoogd, van de door hem getroffen maatregelen aan den generaal van der Hei/den bij een Ka binetsbrief kennis gevende, daarbij deze woorden voegde„In werkelijk heid wordt (door die maatregelen) de kroon gezet op het gebouw, dooi den heldenmoed en de toewijding van het Indische leger onder Uwer Excellence's krachtige leiding opgetrokken. Het doel van dit schrijven is om Uwer Excellentie deswege nogmaals de betuiging mijner waardee ring en den dank der Regering aan te bieden." Dit is de geschiedenis van de vervanging van het militaire door het civiele bestuur in Atjeh. Het gegeven overzigt is op zich zelf geheel volledig, al komt daarin geen woord voor over het zoogenaamde incident der Kinderende bijzondere boodschap namelijk, den heer der Kinderen door den Gfouverneur-Generaal naar Atjeh medegegeven en de uitvoering van die boodschap. Meer dan eens had de ondergeteekende reeds de gelegen heid te verklaren, dat het met de vervanging van het militair bestuur in geen verband stond. Had dat incident niet plaats gevonden, dan zou het toch met de vervanging van het militaire door het civiele bestuur evenzoo zijn ge gaan als het er nu nu mede gegaan is. 'Op de geschiedenis dier vervanging heeft het incident der Hinderen niet den allergeringsten invloed gehad.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 78