84 Betere waarborgen alzoo; vermindering van bet leed, dat iedere over plaatsing van liet Nederlandse}/ebij het Indische Leger, en nog meer die van Marine-officieren, aan eenige officieren van het laatstgenoemde ver oorzaakt vermindering daardoordat die overplaatsingenwelke wel on vermijdelijk zullen blijven, zullen geschieden naar vaste regelen, welke nietals thansvoor verschillende interpretatiën vatbaar zijnregelen die als zij, den Raad van State gehoord, bij Koninklijk besluit zullen zijn vastgesteld en dus als Wet zullen geldende plichtbeseffende offi cieren zullen doen berusten in de noodzakelijkheid; hen alle, der men- schelijke natuur eigene overwegingen van eigen belang zullen doen op zij stellen, omdat de algemeene belangen, waarvoor de Regeering moet wakenhet eischen. Overplaatsingen van officieren, zeiden we, zullen wel altijd onvermij delijk blijven; althans wij zullen het niet beleven, dat in Indië zelve zulke inrichtingen van onderwijs verrijzen, dat zonder 'aanvulling uit Ne derland in de behoefte kan worden voorzien. Primo tochde alles be- heerschende kostensecundode liever niet te noemenmaar toch wel te bevroeden, redenen van staatkundigen aard. Grieven tegen die overplaatsingen zijn, zou men bijna kunnen zeggen, zoo oud als het Leger. Zoo troffen wij onder familiepapiereneen offi ciersboekje aan van het jaar 1834. Daaruit blijkt, dat de in 1830 in Nederland benoemde 2e Luitenants der Infanterie meestal binnen de 2 jaren tot lcn Luitenant waren bevorderd. Velen hunner gingen later over bij het Leger in Indië. Zij werden dus in de ranglijst geplaatst boven hen, die vele jaren noodig hadden om 1° Luitenant te worden; die dus veel ouder officier waren dan de overgeplaatston. Alhoewel het ons niet blijkt is het toch duidelijk, dat zulks de toenmalige Indische officieren onaan genaam moet hebben gestemd. Maar wij behoeven niet zoover terug te gaan. Onder de thans nog bij ons Leger dienende officieren zullen er worden aangetroffen, die zich herinneren, wat de jongeren slechts bij overlevering weten; n. 1. dat in de tweede helft van 1857 de gemoederen van velen zeer werden geschokt door een bericht in de maileditie der Nieuwe Rotterdamsche Courant blijkens hetwelk niet alleen tweede Luitenants, maar ook eerste Luite nants van het Leger in Nederland in de gelegenheid waren gesteldom in rang en ancienneteit over te gaan bij ons Leger. Dit bericht bracht velen onzer officieren er toe, bij eerbiedige requesten te trachten, die overplaatsingen, indien ze althans onvermijdelijk waren, te beperken tot tweede Luitenants; aan welke verzoekschriften dan ook in zoover het oor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 97