86 Waren deze zoogenaamde meetings afkeurenswaardig, ze hebben toch goede gevolgen gehad. Wel niet die, welke men hoofdzakelijk beoogde: regeling van onze positie bij de Wet, in stede van bij een, door een ander besluit lichtelijk te wijzigen Koninklijk besluit', maar toch gevol gen, die niet direct bleken. De Regeering n. 1. werd gestemd tot naden ken de autoriteiten waren door de gebeurtenissen aangespoord tot wak kerheid. De oud-Minister van Koloniën E. de Waal heeft, in zijn belangrijk werk „Onze Indische Financiën", medegedeeld, welke maatregelen, die aan eenige officieren schade berokkenden, hem de beschuldiging op den hals hadden gehaald van „anti-militaire" gezindheid. Verklarende dat deze opvatting is historisch onjuist, geeft hij intusschen vrij wel aan, wat in '68 door de meesten onzer nagenoeg dagelijks werd besproken; wat ons we zullen niet zeggen: tot ontevredenheid, want dat was het zoo zeer niet; de geest onder het officierskorps bleef uitmuntend maar tot bezorgdheid stemde. Het gerucht, door de dagbladen verspreid en geëx ploiteerd, dat, boven en behalve de reeds ingevoerde bezuinigingen, ook de tractementen zouden worden verminderd, dat gerucht kon beschouwd worden als de vonk, die de aanwezige brandstoffen dc.ed ontvlammen. We zijn sedert ouder en kalmer geworden en mogen daarom nu wel verklaren, dat, althans bij ons in de 2e Mil. Afd., velen de meetings be schouwden als een „relletje", maar ook als een uiting van tegenzin in een Minister, die hier althans bij eenigen onzer voldoende van vroeger bekend was; die wel wist te bezuinigen, maar o. a. niet zorgde, dat zij, die met gevaar voor hun leven en hunne gezondheid het Ridderkruis van de Militaire Willemsorde hadden verdiendnagenoeg de eenige Konink lijke onderscheiding, die toen, tot na de optreding van den Generaal Kroesen, werd verleend dat zij veel langer dan ooit het geval was geweest, mail op mail werden teleurgesteld. [Tusschen twee haakjes: Later vernamen we, dat heen en weêr zenden van de voordracht niei alléén de oorzaak van de vertraging was, maar dat ook de Minister var Oorlog in Nederland was gehoord! NB: gehoord op een voordracht var den Luitenant-Generaal, Commandant van Zijner Majesteits Leger it Oost-Indiëeen Bevelhebber, die zelf het Kruis van de derde klasse de: Orde droeg; die, ook overigens, beter dan iemand in staat was, on ware van opgeschroefde militaire verdiensten te onderscheiden]. Maar, wij zijn afgedwaald. We verloren uit het oog, dat ons were Deel II, bladz. 160 cn vlg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 99