<-)<-. 178 HET GEWEER BIJ HET NEDERLANDSCHE EN BIJ IIET INDISCHE LEGER. Eenlge opmerkingen over het verschil in benaming van sommige onclerdeelen Dezer dagen kwam ons in lianden, hot voor hot Nederlandmie Leger uitgevaardigde Voorschrift betreffende de Wapenen en Schietoefeningen bij de Infanterie (uitgave 1881) en trof hot onze aandacht, dat groote verschillen bestaan tusschen 1 der 1ste Afdeeling van dat Voorschrift en 2 van dezelfde Afd. van hot voor hot Indische Leger bestaande gelijknamige Voorschrift (uitgave 1878). Om daarvan eenig denkbeeld te geven, doelen wij die verschillen hier onder mede: le. De hoofddeelek, die in geheel verschillende volgorde worden opgenoemd on wel In Nederland: 1. de bajonet, 2. de ontlaadstok 3. de geweerriem 4. het beslag, 5. de loop 6. liet, staartstuk 7. do grendel 8. de lade. In Indie: 1. de loop met staartstuk, .2. de grendel, 3. de lade, 4. het beslag, 5. de ontlaadstok G. de bajonet. De onderdeelen. Hierbij is de volgorde in beide voorschriften gelijk, doch doen zich dc verschillen voor, die wij opgeven, zonder alle onderdeelen te vermelden: A. Loop. In Indië' In Nederland: Haftdient levens tot voetstuk voor de vizierkorrel. Vizierkorrel. Gat voor de trekkerveernok. Steunstuk. Trekker niet tand en pin Vizierkorrel waarvan het metstukt tevens tot haft dient. Gat voor de trekkerveernok, ia trekkerveerschroeftrekker-pin, 1 enz. (1L CÖ Steunstuk enz. (1) 1 Trekker mot tand en pin (li). Het woordje „enz." Hoeft betrekking op doelen, beboerende tot de bij lie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1882 | | pagina 191